Verlangen naar rust – een paradox?


Ik stond voor een groep uit te leggen hoe een verhaal in elkaar zit en zei: ieder verhaal wordt in gang gezet door een verlangen. Verlangen zet alles in beweging en zorgt vervolgens voor lijden en crisis in het verhaal van de held. De held moet weerstanden overwinnen, door de metaforische hel en pas als de held zijn verlangen al of niet bevredigd heeft en (al of niet) tot inzicht is gekomen, is er (tijdelijke) rust. Maar dan begin er weer een nieuw verlangen en daarmee een nieuw verhaal.
Terwijl ik het zei, herinnerde ik me dat ook de Boeddha verlangen ziet als oorzaak van al het menselijk lijden en dat juist afzien van verlangen innerlijke rust en vrede teweegbrengt. Niets meer nastreven en al het verlangen als illusie doorzien, daar gaat het om. ‘Pas door niets te doen, kun je de Tao ervaren’, volgens Kristofer Schipper. 

Maar ja dan heb je geen verhaal.
Je moet immers eerst op zoek naar een Bodhiboom (in welk bos? Welke vind ik prettig?) om ergens te kunnen gaan zitten (hoe zit ik het lekkerst?) om vervolgens de rust te vinden en ook dat duurt voordat je dat gevonden hebt (help, wat duurt dit lang!).

Verlangen naar rust…wat kan je daar onrustig van worden … Op internet naar mooie vakantieoorden speuren, wandelroutes uitzoeken, een ligstoel kopen, een lekker boek uitzoeken voor als je vrij hebt… maar dan wel de hele middag door de stad sjouwen voordat je het gevonden hebt. Idioot.
Wat is verlangen eigenlijk? Waar komt het vandaan?
Verlangen heeft met hunkering te maken, met een diep gevoelde noodzaak of wens. Je plant een gewenste situatie verder weg gelegen op de horizon en gaat dan hard aan het werk om er te komen. Dat geeft stof voor allerlei verhalen, want je verdwaalt, slaat de verkeerde weg in, stoot je kop, bent blind, om uiteindelijk weer iets te leren.
De Boeddha maakte trouwens een onderscheid in 3 soorten verlangens:
De eerste is het zintuigelijk verlangen: verlangen naar een ijsje, naar seks, naar een IPad3. Dit zijn mentale verlangens en die leveren bij bevrediging kortstondig genot op. Heb je eigenlijk niks aan.

Het tweede verlangen is het verlangen naar bestaan: het wilt blijven voortbestaan zoals het nu is, maar dan met alternatieve omstandigheden of vormen, of andere eigenschappen. Je zou willen dat je meer geduld had, minder chaotisch, een ander huis, meer tijd… Had ik maar, kon ik maar… Ik zou willen dat… Heel herkenbaar.

Het derde verlangen is het verlangen naar niet-bestaan, waarbij je hoopt dat iets snel zal aflopen of vernietigd zal worden: ongelukkige omstandigheden, of waarin je zou willen dat het nooit gebeurd was.
Verlangen naar rust is volgens mij de tweede soort. Het verlangen naar het bestaan maar dan in een alternatieve vorm, of dat nu een tropisch eiland is of een week zonder afspraken in je agenda. Soms ben je uit je jas gegroeid, moet je de kamer opnieuw behangen of is je keuken aan een opknapbeurt toe. De vorm voldoet niet meer. De inhoud (je ziel?) verlangt naar iets wat beter past, waardoor het beter tot zijn recht komt. Tja.

Verlangen naar rust is paradoxaal. 
Nietsdoen is vermoedelijk het beste.