Het verhaal van Kim Wall


foto EPA

‘Herinner haar niet als die vermoorde Zweedse journaliste die doodging in een griezelig horrorverhaal…’ twitterde de beste vriendin van Kim Wall na haar dood. ‘Onthoud haar werk.’

Afgelopen week bereikte ons via de media de tragedie rond de dood van de levenslustige, nieuwsgierige, dappere journaliste Kim Wall. Ze schreef – zo vermeldt ze op haar eigen twitteraccount – over hackers, hosselaars, voodoo, vampieren, chinatowns, atoombommen en feminisme. Ze was pas dertig maar had al heel veel van de wereld gezien. ‘Ze fonkelde van enthousiasme’, schreef een voormalige docent. Nieuwsgierigheid was haar grote drijfveer en ze ging gevaar niet uit de weg. Je ziet de sprankeling in haar ogen op de foto die in de krant verscheen. Roodharig, ondeugend, stoer, getalenteerd, moedig. Ze schreef over subculturen, randverschijnselen en gaf al deze zaken een menselijk gezicht. Een ogenschijnlijk onschuldige opdracht werd haar fataal. Ze maakte een reportage over de Deense uitvinder Peter Madsen, tijdens een testvaart van een onderzeeër. Haar romp spoelde vorige week aan in Kopenhagen. Gruwelijk.

Het laatste woord over je leven kan pas gezegd worden na je dood.

‘Je necrologie legt uit wat je betekend hebt voor de wereld, of je je dromen hebt gerealiseerd, of je een memorabel verhaal van je leven hebt gemaakt; en of je van een ogenschijnlijk willekeurig lot een betekenisvol plot hebt kunnen maken’, zo schrijf ik in mijn nieuwe boek Het Verhaal van je Leven (verschijnt voorjaar 2018).
Maar in godsnaam, in hoeverre levert dit tragische verhaal van Kim een betekenisvol plot op? Wat is de zin van dit alles?

Kim was alive and kicking. Ze was vitaal en onderzoekend, gretig en ging het avontuur aan. Ze werd gedreven door iets wat groter was dan zijzelf. Ze was een heldin. Een voor haar simpel klusje betekende het einde van haar jonge leven. Ik wil liever niet weten wat daar precies is gebeurd aan boord van die onderzeeër. Het lijkt er in dat geval op dat het lot grillig, wreed, onvoorspelbaar kan zijn. F*cking zinloos? Of kunnen we er toch betekenis aan ontlenen?

Het verhaal van Kims leven toont opmerkelijke contrasten. Het fonkelende leven versus de lugubere dood, haar vitale schittering versus de diepe duisternis van die onderzeeboot, de hemelse lucht versus de onderzeese diepte, de knetterende felheid van haar leven tegenover de grauwe lompheid van de dood.

En precies daar dringt zich iets van betekenis op. Haar levensverhaal is een ode aan de onstuitbare levenslust, aan de vitaliteit. Juist door haar dood herinneren we ons weer iets van de opdracht van in leven zijn. Avontuur, moed, fonkeling en nieuwsgierigheid horen daarbij. Niet bang zijn, bereid zijn diep te gaan en hoog te reiken.

In Kopenhagen, waar haar romp aanspoelde, staat het standbeeld van de kleine zeemeermin, waar Hans Christiaan Andersen zo’n prachtig verhaal over schreef. Zij werd net als dat van Kim aangestuurd door levendige nieuwsgierigheid en grote liefde. Ze offert haar meerminnenleven op voor haar geliefde prins maar moet toezien hoe deze met een ander trouwt, waarop ze haar lichaam in zee werpt.

‘Zij voelde dat haar lichaam in schuim opging. Nu kwam de zon uit de zee op. De stralen vielen zacht en warm op het kille zeeschuim en de kleine zeemeermin voelde niets van de dood, ze zag de heldere zon en boven haar zweefden honderden doorzichtige schone wezens. ‘

‘Tot wie ga ik?’ vroeg ze en haar stem klonk zo onaards dat geen aardse muziek het kon weergeven.

‘Naar de dochters van de lucht, die de lucht van bloemen verspreiden en verkwikking en genezing zenden.

Laten we Kim onthouden als een dochter van de lucht en dankbaar zijn dat ze ons herinnerd heeft aan het belang van de vitaliteit.

 

© Mieke Bouma