Boedapest

Afgelopen week was ik in Boedapest.
Na 30 jaar (ik was er eerder rond 1980) is er ongelooflijk veel veranderd. Niet alleen zijn alle stink-Trabantjes  uit het straatbeeld verdwenen, ook heeft de stad een waanzinnig westerse facelift gekregen zodat het met echt weer het Parijs van het oosten kan worden genoemd. Brede lanen, imposante gebouwen, voetgangersgebied met Gucci en Chanel. Heerlijk eten. Maar toch. Het land schijnt failliet te zijn. Dat voel je niet als je 5 euro (omgerekende forinten) voor een kopje koffie moet betalen. Lijkt echt Parijs wel. Maar het schijnt dat chirurgen er niet meer dan 350 euro per maand verdienen en als stukadoor moeten bijklussen. Het is me wat. Bovendien schijnen er nog steeds regeringsspionnen in alle appartement-gebouwen te wonen. Toen ik dat eenmaal gehoord had, keek ik iedereen twee keer langer aan. Is dit er een?

Waarom was ik er? Samen met een groep dierbare vriendinnen/collega’s gaven we een workshop aan alumni van een TA-opleiding (Intact). En waarover? Jazeker: de Reis van de Held.
Het internationale gezelschap hebben we ingewijd in de 12 stappen, onze persoonlijke verhalen verteld over de kenmerken van iedere fase om ze vertrouwd te maken met de gedachte dat we allemaal ons eigen script schrijven. Mooi.

Zo lieten we de mensen de Reis lopen.

Dat werkte erg goed. Zijn we nu in de Proloog of naderen we de Crisis? Dat soort vragen.
Het was een bijzondere dag.
Een van de kwesties was de volgende: in welke fase van de Reis van de Held bevindt Hongarije zich? Is dat de crisis? Of naderen we het punt van Dood en Wederopstanding?
De meningen waren verdeeld. Maar het was duidelijk dat de zon uit het leven van het land verdwenen was en dat het aankwam op offeren, inleveren en afzien. Tja.

Inmiddels ben ik weer thuis en werk aan mijn boek: De held in je eigen verhaal. Ik heb de hele zomer om te schrijven en ik verheug me er vreselijk op.
Dit blog zal ik gebruiken om mijn hart te luchten en vragen te stellen. Dit is er een:
Wie heeft er een mooi mentorverhaal voor me? Het mooiste zal ik gebruiken in het boek.

* een mentorverhaal is een verhaal over een gids, leraar, ouder, oom, tante… of role model die jou een moment van inzicht heeft bezorgd, je op je unieke talenten heeft gewezen of je cruciale lessen heeft geleerd. De mentor heeft daarmee de koers van je leven veranderd. Heb je zo’n verhaal? Stuur het me! Ben zeer benieuwd!

Ik hoor jullie graag

Groet Mieke

0 gedachten over “Boedapest”

  1. Lieve Mieke
    In de inleiding van het verhaal van springmuis, een publicatie onder toezicht van Paul de Blot (definitieve versie in de maak) gebruiken we het hiervolgende verhaal.
    Of het helemaal een mentorverhaal is weet ik niet, wel dat het erg mooi is:

    Een leerling van een bijzondere Rebbe (Rabbijn) vroeg zich af hoe het kon, dat wanneer de Rebbe een toespraak hield voor de toegestroomde mensen van zijn gemeenschap, zij zich allemaal persoonlijk aangesproken voelden.
    De leerling voegde zich bij de Rebbe en stelde zijn vraag. Dat zal ik je vertellen, zei de Rebbe, en hij begon zijn antwoord…..met een verhaal.

    ‘Er was eens een land waar boogschieten de allerhoogste kunst was die men kon bedrijven. De koning en de koningin van dat land kregen een zoontje en de prins kreeg al in de wieg een gouden pijl en boogje om mee te spelen. Het knaapje groeide gestaag op en zodra hij kon lopen begonnen ook zijn boogschietlessen. Toen hij 18 jaar geworden was en een knaap in de kracht van zijn leven, mocht hij naar het buitenland om te gaan leren bij de grote meesters in het boogschieten.
    Onder luid gejuich werd hij uitgezwaaid. Een jaar ging voorbij en nog een jaar ging voorbij . Toen hij terugkeerde naar zijn vaderland, kon hij 98% raak schieten in de roos. Hij zou zonder twijfel nummer 1 zijn van het land waar hij geboren was.
    Terwijl hij het kasteel van zijn ouders naderde en hij de banieren al zag wapperen, reed hij langs een van de lange houten schuttingen waar de beste schutters oefenen en zag hij tot zijn groeiende ontsteltenis dat er iemand was die 100% raak kon schieten in de roos. Terwijl hij briesend van frustratie bij de schutting heen en weer liep om te zien of het echt waar was, vroeg hij aan een passerend klein meisje: ’Weet jij wie deze schutter is?’ Het meisje knikte, rende weg en even later kwam de nar van zijn vader aangelopen. ‘Nar, wie heeft dit gedaan? Wie is in staat om 100% raak te schieten? Dit kan gewoonweg niet!’
    Laconiek antwoordde de nar:’Ik’.
    ‘Wie zeg je?’ vroeg de prins.
    ‘Ik’, zei de nar.
    ‘Maar hoe dan?’ vroeg de prins, die toch wel graag wilde leren hoe hij zelf ook 100% raak kon schieten.
    ‘ Wel, je pakt een boog en een pijl en je legt aan’. Tergend langzaam begon de nar aan de prins te vertellen hoe je moet boogschieten. Het stoom kwam inmiddels uit de oren van de Prins, maar hij wilde de uitkomst van de uitleg horen.
    ‘….En dan laat je de pijl los en schiet je ‘m in de schutting. Alles wat je dan nog hoeft te doen is een krijtje pakken en de roos om te pijl heen tekenen. Heel simpel en altijd effectief’

    ‘Kijk’, zei de Rebbe, ‘en zo is het ook met mijn verhalen. Ik ben verantwoordelijk voor het juiste verhaal maar zij tekenen allemaal hun eigen roos eromheen’.
    (vrij naar een chassidische vertelling)

    Beantwoorden

Plaats een reactie