Prins Hamlet is een filosofiestudent die wordt teruggeroepen naar Denemarken omdat zijn vader, de koning van Denemarken, plotseling is overleden. Als hij thuis is, komt hij erachter dat zijn moeder in de tussentijd al weer getrouwd is met zijn oom Claudius die nu plaats neemt op de troon. Hamlet is woedend. Hij was immers de troonopvolger en bovendien: hoe haalt zijn moeder het in haar hoofd zo snel al weer te trouwen. Tot zover de uiteenzetting, maar dan volgt de oproep, de wake up call. Hamlet ontmoet in de nacht de geestverschijning van zijn vader die hem laat weten dat hij vermoord is door Claudius en Hamlet daarom oproept tot wraak. Hamlet is in de war. Was die geestverschijning echt? Klopt het dat zijn vader vermoord is? Wat moet hij doen? Hij besluit krankzinnigheid voor te wenden om zo achter de waarheid te komen. Een reizend toneelgezelschap instrueert hij een scene te spelen waarbij iemand gif in het oor van een slapende koning druppelt, zoals Claudius dat bij zijn vader gedaan heeft. Bij het zien van de scene reageert Claudius als door een wesp gestoken en verraadt daarmee dat hij inderdaad de moordenaar is. Hamlet heeft zijn bewijs en kan nu in principe overgaan tot de wraak die van hem gevraagd wordt, maar hij blijft twijfelen. De beroemde monoloog van Hamlet gaat over innerlijke verscheurdheid, over geteisterd worden door gepieker en getwijfel. Hij raakt er depressief van. Hij voelt zich geïsoleerd.
Denken of voelen
maar angst en twijfel gaan hem beheersen. Hij is niet meer in staat naar zijn gevoel te luisteren en maakt als gevolg daarvan het uit met zijn liefje Ophelia: hij kan zijn hart niet meer volgen. Zijn daadkracht wordt om zeep geholpen. Op het toppunt van zijn innerlijke verscheurdheid komt hij tot de uitspraak: ‘To be or not to be, that is the question’.
Voor mij gaat deze beroemde monoloog over of je in tijden van twijfel en angst in staat bent volledig aanwezig te zijn. Hamlet kan niet kiezen. En wat gebeurt er als je niet kan kiezen, dan raakt je geest overactief en blokkeer je de natuurlijke stroom van het leven, je gevoel blijft buiten spel. Gevolg is vastzitten in je kop met zorgen, angsten en twijfels, getob en geneuzel en achter jezelf en de feiten aanlopen óf erop vooruit lopen.
Als het leven tegenzit, of als het gevaarlijk wordt, kruipen we het liefst onder de dekens tot het voorbij is. Ontsnappen… Slapen is verblijven in een prettig niets, waar niets van ons wordt verlangd, waarin we kunnen dromen, waarin de tijd geen rol speelt, waar onbegrensde mogelijkheden zijn.
Flipperkast
De idiote flipperkast, die onze geest is, produceert bij een ‘normaal’ iemand zo’n 60.000 gedachten en verhalen (plus bijbehorende gevoelens) per etmaal waarvan 95% betrekking heeft op het verleden en meestal negatief of tobberig is. Deze tirannie lijkt op een grammofoonplaat die is blijven hangen. We herkauwen als koeien en de bijbehorende gevoelens die naar boven komen, laten je weten dat je nu niet gelukkig bent en dat geluk hoogstwaarschijnlijk ergens in een denkbeeldige toekomst ligt. Of ze vertellen je dat je iets op een ander manier had moeten aanpakken, of je gedachten klampen zich vast aan een uitspraak van een ander.