Ze zeggen wel eens dat iemand die niet droomt, ziek kan worden. Wanneer je je angsten, spanningen en aspiraties niet in betekenisvolle beelden omzet, gaat het systeem protesteren. Ik kan me daar van alles bij voorstellen. Maar dit geldt natuurlijk ook voor een cultuur, een land, een voetbalclub. Als een samenleving de diep gevoelde behoefte aan betekenis moet ontberen en zich niet meer kan laten inspireren door een collectieve droom, ontstaat ziekte, cynisme en uitputting.
Ironisch genoeg komt tegenwoordig in het taalgebruik van voetbaltrainers, managers, politici de term ‘de heilige graal’ regelmatig terug. Is dit geen wonderlijke, intuïtieve onbewuste uiting van een collectief verlangen naar een Groot Verhaal?
Toen in de twaalfde eeuw de graallegenden opkwamen – toen de mythe van de heilige graal voor het eerst werd genoemd – verkeerde Europa (ook) in crisis. De graalromans waren een soort mix van Keltische legenden, nieuwe mystieke beelden uit het oosten, mondeling overgeleverde verhalen uit Rome, Frankrijk en Brittannië, bovennatuurlijke verschijnselen, ridderverhalen en mystieke poëzie.
Het tijdstip van de opkomst van de graallegenden is veelbetekenend want er werden ineens weer verhalen verteld waarin een veranderend Europa zich kon herkennen en waarmee het zich kon identificeren. Er hing – mede door dit soort verhalen – een opwindende sfeer van verandering in de lucht.
Dus als iemand n de politiek, in de voetbalwereld of in het bedrijfsleven de heilige graal noemt… weet dan dat hier iemand schreeuwt om een nieuw Groot Verhaal, dat hier iemand aan het woord is die weer wil leren dromen.
Hieronder een fragment uit de legendarische film Monty Python and the Holy Grail…
(om het dromen niet te verleren)