‘Als we maar gelukkig zijn dit nieuwe jaar…’, zei iemand toen we nieuwjaarswensen uitwisselden.
Ik moest denken aan een parabel uit de Tao.
Een koning die al een hele tijd niet gelukkig was, raadpleegde zijn arts. ‘Maak me gelukkig, dan zal ik een rijk man van je maken, zo niet dan hak je kop eraf.’
De arts was wanhopig. Want hoe maak je iemand gelukkig? Maar hij beloofde erop te mediteren. Na een week mediteren dacht hij het gevonden te hebben. Hij zei tegen de koning: ‘Als u het hemd zou kunnen krijgen van iemand die gelukkig is, dan zult u weten wat geluk is.’
‘Zoek zo’n hemd!’, riep de koning uit. De arts ging op weg en bezocht de rijkste man van het land en vroeg hem om zijn hemd. Maar de man zei: je mag zoveel hemden van me hebben als je wilt, maar ik ben niet gelukkig.’
De arts zocht heel veel mensen op, maar niemand was gelukkig.
Toen hoorde de arts in de nacht een mooie melodie. Hij vroeg zich af wie dat was, die zo mooi speelde en besloot op zoek te gaan.
Bij de rivier in de diepste duisternis vond hij een man die op zijn fluit speelde. Het was prachtige muziek waar je onmiddellijk heel blij van werd. De arts was opgetogen. Nu heb ik eindelijk iemand gevonden die gelukkig lijkt te zijn.
‘Mag ik uw hemd?’, vroeg de arts.
De fluitspeler antwoordde: ‘ik heb geen hemd. U kunt dat niet zien, want het is donker, maar ik heb helemaal geen kleren.’
‘Hoe kunt u dan gelukkig zijn?’, vroeg de arts
De man zei: de dag dat ik alles kwijtraakte werd ik gelukkig. Ik heb niets, ik heb mezelf niet eens. Ik speel niet op een fluit, het universum speelt door mij heen. Ik heb geen enkele last, niet van mijzelf, niet van spullen, niet van verplichtingen, goederen of kleren. En daarom ben ik gelukkig…