Lekker in een T-shirtje in de zon. Het schrale winterhuidje dat maandenlang weggestopt is onder dikke lagen kleding, mag zich weer blootstellen aan zonlicht en buitenlucht en bloeit er van op.
Ons vel, het vleselijk omhulsel van bijna twee vierkante meter, is een supergevoelig orgaan. Het beschermt ons, communiceert met de binnenwereld en de buitenwereld, heeft een direct lijntje met onze organen en toont zich in vele gedaanten: blozend, rimpelig, droog, dor, stralend, vochtig, beschadigd, wit, rood, bruin, pukkelig of naakt.
De huid is als een verhalenboek met tal van stories over leeftijdsfases, tekorten, stress, disbalans, organen, over vreugde, verdriet, zorgen, pijn en verwondingen en verlangen.
Littekens, gloeiende wangen, dode vingers, kippenvel vertellen hoe het met ons gaat. We zweten bij inspanning, krijgen pukkels of uitslag als we ergens niet tegen kunnen, blozen bij verlegenheid of trekken wit weg. De huid is bovendien een sterk lustopwekkend orgaan; geen opwinding, geen verlangen zonder huidcontact. Indrukken van binnen én van buiten vertalen zich in het landschap van de huid en spiegelen de ziel.
Zit je lekker in je vel? Lang niet altijd natuurlijk. De huid verraadt altijd wanneer er disbalans is.
In De Ontembare Vrouw van Clarissa Pinkola Estes lees ik het verhaal Zeehondenhuid, zielenhuid waarin een jonge zeehondenvrouw haar beschermende, glanzende zeehondenpels kwijtraakt. Het verhaal vertelt ons dat zeehondenvrouwen zich af en toe van hun pels ontdoen en naakt dansen op de rotsen. Een man die daar getuige van is, steelt de huid van een van hen en maakt daarmee de zeehondenvrouw afhankelijk van hem. Pas na zeven jaar zal ze haar huid terugkrijgen en mag ze terugkeren naar haar soortgenoten. Ze krijgen een kind, maar het lichaam van de vrouw begint al snel uit te drogen en te vervellen. Ze verliest haar jeugd en begint te verschrompelen, haar ogen worden doffer tot ze blind is. Gelukkig vindt ze op een dag haar huid weer terug en kan ze terugkeren naar de zee, naar zichzelf. Dan keert haar gezichtsvermogen weer terug, haar pels gaat weer glanzen en haar lichaam wordt weer rond en mollig.
Kunnen wij onze huid verliezen? Ja. Als we ons laten kapen, onze eigen behoeften op de tweede plaats stellen, als we te veeleisend of te perfectionistisch zijn, onszelf voorbij lopen, als we ontevreden zijn, als we te hard werken, onszelf vergeten, dan verliezen we onze symbolische pels en daarmee bescherming, warmte en intuïtie. Dan is het zaak het contact met de binnenwereld te herstellen en de (zielen-)huid weer terug te vinden.
Blijf daarom dicht bij je pels en zorg er goed voor.
Deze column verscheen onder de rubriek Zen, zin & onzin, nr. 3 van Yoga International