Dit oude indianenverhaal wil ik niemand onthouden…
Toen de Schepper de aarde, de zee, de planten, de bomen en de dieren geschapen had en hij met de mens bezig was, zat hij met een probleempje. Hij riep daarom alle dieren bijeen en legde hen zijn dilemma voor. Hij zei: ‘ik heb nu de mens bijna af en er is iets wat ik goed voor ze moet verstoppen. Want ze mogen het pas ontdekken als ze er aan toe zijn.’
De dieren waren nieuwsgierig. ‘Wat is dat dan, wat u wilt verstoppen?’
‘Het is het besef dat de mens zijn eigen werkelijkheid creëert’, antwoordde hij.
‘Ik weet een plekje’, zei de buffel. ‘Verstop het diep in de aarde, daar vinden ze het nooit’.
‘Nee’, zei de Schepper. ‘Ik heb de mens zo geschapen dat hij zeker gaat graven en dan vindt hij het.’
‘Verstop het dan op de bodem van de zee’, zei de haai.
‘Nee’, zei Schepper, ‘ook daar zal hij kijken. De mens houdt van ontdekkingen’.
‘Hoog in de lucht dan’, zei de adelaar.
‘Nee, hij zal ook zeker de lucht in gaan.’
De dieren keken elkaar aan. Nou, dat was ook wat.
Toen strekte grootmoeder Mol zich uit. Ze was blind, maar had een scherp inzicht.
‘Stop het in henzelf’, zei ze zacht. ‘Daar kijken ze vast niet zo snel’.
Goed idee, zei God.
En zo geschiedde.