‘Vind je ware natuur!’ kopte de folder voor de yogaretraite die ik in handen kreeg. Interessante belofte, dacht ik, maar kan die belofte waargemaakt worden? Waar bevindt die ware natuur zich dan? Wat is eigenlijk je ware natuur? Kun je hem te pakken krijgen?
Best een ingewikkelde vraag, vergelijkbaar met vragen als: ‘Wie of wat kijkt er door mijn ogen? Of: wat is het geluid van één klappende hand?
Zoeken naar je ware natuur is een paradox. Alsof hij ergens buiten jezelf bestaat en je er je best voor moet doen hem te pakken te krijgen. Zoiets als een mug op je slaapkamer, die in het donker rond je hoofd zoemt, maar verdwenen is als je het licht aandoet.
Er is een mooi filmpje van Michael Dudok de Wit The Monk and the Fish over een monnik die zo graag een vis wil vangen en echt van alles doet om de vis te pakken te krijgen. Met een hengel… met een visnetje… hij studeert…hij bidt… hij zet hulptroepen in… hij ligt ervan wakker… maar wat hij ook doet, de vis ontglipt hem keer op keer. Hij wordt er wanhopig van. Totdat hij het op een goed moment opgeeft! En jawel… dan gebeurt het. Hij laat het streven los, vindt de vis en wordt één met de vis. Hij vindt eindelijk verlichting.
Volgens de zenboeddhisten kan iedereen verlichting bereiken en één worden met de ware natuur. Maar pas als je je realiseert dat zoeken je er verder van afbrengt. Pas als je niets meer najaagt vind je het.
Zoals de monniken die bij de Boeddha kwamen en wilden weten wat de ware natuur nu eigenlijk was. Ze stelden hun vraag, waren benieuwd naar het antwoord, maar de Boeddha zweeg. En zweeg. En zweeg. De monniken keken elkaar niet begrijpend aan. De Boeddha bleef zwijgen. Tenslotte hield hij een bloem omhoog. De monniken begrepen het niet, maar er was één monnik, Mahakasyapa bij wie een glimlach op het gezicht verscheen. En de Boeddha zag dat hij het begrepen had.
Dus… je ware natuur vinden tijdens een retraite? Denk maar niet dat je iets vindt. Je vindt… niets.