Teamdag met hoge funfactor

Het gebeurt vaker. Ik word benaderd met de vraag of ik – al of niet met één van mijn leuke collega’s – een  heidag willen faciliteren voor een team van een bedrijf of instelling.

Er is een uitgebreide briefing. Er zullen ca 50 tot 70 mensen komen en het is de bedoeling dat het een inspirerende dag wordt waar het teamgevoel wordt versterkt, de basis moet worden gelegd voor een nieuwe identiteit en bij voorkeur moet er ook nog een cultuuromslag plaatsvinden. Ze willen iets met storytelling of theater. Maar dat is het niet alleen. De manager, of het hoofd van de afdeling wil ook nog het jaarplan of een visie kwijt.
Overige instructies: graag een hoge funfactor!

Het is me nogal niet wat wat voor een dag.

Laatst heb ik zo’n opdracht geweigerd. Je kunt niet alles in een dag. Daarvoor is een heel traject nodig, met veel tijd, aandacht en zorg. Maar die tijd – en dat geld – was er niet, dus daarom deed ik het niet.
Moet ik nu weer weigeren?

De vraag achter de vraag (in scenariotermen: de subtekst) is duidelijk. Men is op zoek naar zingeving, meer geluk, verbondenheid, passie en inspiratie, maar door de waan van de dag, door de werkdruk, door de bedrijfsstructuren, systemen is er te weinig ruimte voor creativiteit. En nu wil men dat op een dag even recht zetten. Ze mogen een dag buitenspelen, krijgen een lolly, maar moeten dan weer over tot de orde van de dag.

Met een heidag verander je natuurlijk geen systeem, laat staan een logge bureaucratie. In één dag creëer je geen blijvend geluk. Maar toch houdt de vraag me bezig: hoe kunnen we de passie en de inspiratie weer terugkrijgen op de werkvloer? Wat kan ik doen?

Waarom halen zoveel mensen hun schouders op als je ze vraagt of ze plezier hebben in hun werk? Waarom hebben zoveel mensen te maken met depressies of een burn-out? Waarom moet alle creativiteit en inspiratie in één dag gepropt worden?

Een bekende parabel geeft inzicht in deze kwestie.
Een man maakt een wandeling door een vreemde stad en loopt langs een bouwput waar drie mannen aan het werk zijn. Hij vraag aan een van de mannen: wat doe je? De man antwoordt: ‘ik stapel stenen.’ De wandelaar vraagt het aan de andere bouwvakker en die antwoordt: ‘ik bouw een muur.’ 
Dan vraagt hij het aan nummer 3 en die antwoordt: ‘ik bouw een kathedraal.’
Kijk, deze derde man is geïnspireerd en weet waar hij voor werkt. Als je plezier hebt in wat je doet, en je je hebt het gevoel dat je iets waardevols bijdraagt aan iets wat groter is dan jijzelf, dat je een deel bent van een groter verhaal dan krijgt je werk zin en betekenis. Als je weet waar je het allemaal voor doet, kan in één klap het gevoel van zinloosheid over zijn en de burn out voorbij. Omdat er een hoger, inspirerend doel is. Dat doel zorgt voor elan, voor vreugde en vaart.

Ik stel voor dat we de begrippen ‘winst’, ‘verdienen’, ‘waardering’, ‘groei’ anders gaan invullen. Niet meer letterlijk maar symbolisch. Laten we naar verhalen zoeken over wat ieders unieke waarde is en wat de winst op langere termijn voor de wereld is.

Ik heb besloten dat ik het toch doe. Ik ga die dag faciliteren.

Tijdens de dag ga ik op zoek naar verhalen over wat het werk betekenisvol maakt. Ik ga op zoek naar waar ze trots op zijn.

We gaan op zoek naar de kathedraal die ze met elkaar bouwen.
Dan volgt de passie en inspiratie hopelijk vanzelf.

Plaats een reactie