Er moet iets sterven voordat er iets nieuws geboren kan worden.
In mijn voortuin zijn de knoppen van de magnolia opengebarsten, de bloesems tonen zich schaamteloos en sensueel, zwaar en zoet geurend. Dwars door de keiharde wintergrond werken plantjes zich weer omhoog en frisgroene blaadjes barsten uit schijnbaar dorre takken. Het vindt weer plaats, het jaarlijkse wonder van vernieuwing en de wedergeboorte.
Ik weet dat dat ieder jaar gebeurt en toch is het mysterieus en bijzonder. Omdat het iets in beweging zet, ook in mijzelf. Omdat het hoopvol is. Omdat het me herinnert aan de eeuwige cyclus van geboorte, dood en vernieuwing.
Lente-offer In Le Sacre du Printemps (1913) van de Russische componist Igor Stravinsky wordt in verschillende dansuitvoeringen (waarvan die van Pina Bausch mijn favoriete is) een heidens ritueel gedanst waarbij wijze ouderen in een cirkel rondom een jong meisje zitten. Het meisje danst zichzelf dood als offer voor de god van de lente. De muziek zweept op en wakkert een oerkracht aan. De heidense rite was ooit gebaseerd op een collectief besef dat geboorte en dood nauw verbonden zijn. Dat besef zijn wij wellicht een beetje kwijtgeraakt.
Eros en Thanatos
De lente is een creatieve oerkracht en wrikt iets open, herrijst uit de dood. Het is de god Eros die zich toont als tegenhanger van Thanatos, god van de dood en destructie. Waar Eros schept en verbindt en aan de basis staat van elk goed idee, verlangen, nieuw project, nieuw leven of nieuwe liefde, staat Thanatos voor het einde ervan, de dood, de eenzaamheid.
Eros verbindt, Thanatos scheidt. Eros brengt ons in het rijk van de verbeelding en de sensualiteit, Thanatos hakt dit allemaal af en grijnst bij al die hopeloosheid. Hoe verder verwijderd van Eros, hoe dichter we bij Thanatos zijn.
Alleen verbinding leidt tot vernieuwing Covid-19 gaf Thanatos vrij spel. Afscheiding, ziekte, eenzaamheid, dood en als gevolg daarvan heel veel woede, verzet, onzekerheid en wantrouwen. Gelukkig is Eros is in staat dat open te wrikken en mobiliseert hij creatieve energie, verbeeldingskracht. Eros herinnert ons eraan dat alleen verbinding kan leiden tot vernieuwing.
Het is misschien nog te vroeg om precies aan te geven wat en hoe die vernieuwing eruit gaat zien, maar het lijkt me dat we aan het begin staan van een heel nieuw hoofdstuk.
‘Ga je op vakantie, kom je jezelf tegen…’ Dat gebeurde me laatst. Ik had een drukke periode achter de rug en wat denk je… Kom ik mezelf met mijn drukke hoofd tegen. Helemaal ingesteld op trouble shooten, snel reageren, telefoon in de aanslag, snel op mailtjes reageren. Mijn overactieve zelf zat me even behoorlijk in de weg. Gelukkig verdween het in de loop van de eerste week naar de achtergrond en kwam er een ander (loom) aspect naar boven. Veel prettiger gezelschap op vakantie.
Jim and Andy Kun je eigenlijk op vakantie van jezelf?, vroeg ik me af. Ik kreeg min of meer antwoord op de vraag doordat ik – tijdens diezelfde vakantie – de intrigerende Netflix-documentaire Jim and Andy (2017 bekeek. De documentaire biedt een wel heel bijzonder kijkje achter de schermen bij de opnamen van de film Man on the Moon (1999) over de onaangepaste komiek Andy Kaufman. Andy wordt gespeeld door Jim Carrey…
Om de onvoorspelbare Andy, en diens grofgebekte alter ego Tony Clifton te kunnen spelen, besloot hoofdrolspeler Jim Carrey om tijdens de opnamen volledig ‘in character’ te blijven. Ook na een scène, buiten de opnames om, bleef hij dus Andy of Tony. Vier maanden lang. Hij had zichzelf – Jim Carrey – even op de achterbank geplaatst. En het is verbluffend en bijna verontrustend te zien hoezeer Jim helemaal Andy – en soms Tony – wordt, hoezeer hij zich als instrument beschikbaar stelt voor de geest van Andy. Jim is zelf echt verdwenen.
Ik moest erg lachen om het volgende: op een zeker moment in de documentaire zegt het personage (Andy) over de Acteur (Jim): ‘Kijk, dat is de caravan van Jim Carrey. Die heeft tot nu toe verdomd weinig bijgedragen aan dit project en toch krijgt hij straks alle eer. Jim kan zijn best doen, maar mij zal hij nooit helemaal worden.’
Hoe ga je als regisseur om met zo’n acteur? vroeg ik me af.
‘In character’ Regisseur Milos Forman werd inderdaad gek van Carrey’s gedrag. Hem aanspreken voor of na de opnamen werkte niet, want dan was Jim Andy of Tony, en nooit zichzelf. Dus belde Forman Jim een keer midden in de nacht op en liet weten dat hij wilde stoppen met de film. Jim legde uit aan Forman uit dat hij wel ‘in character’ moest blijven, omdat hij het anders nooit zou volhouden om steeds tussen die verschillende identiteiten te moeten switchen. Forman antwoordde: ‘Het is al goed. Ik ga door. Ik wilde gewoon even de echte Jim horen.’ (Bron: VPROgids)
Parel In de documentaire zie je hoe Jim Carrey zelf op bijna verlichte wijze commentaar levert op dit proces. Hij legt uit dat hij als komiek zijn ego lange tijd nogal belangrijk vond. Met zijn grappen grollen wilde hij mensen graag pleasen en vermaken. Hij vertelt hoe heerlijk het is om je ‘ik’ even aan de kant te schuiven. ‘Alles waar wij als mensen naar verlangen is onze eigen afwezigheid, naar dat wat er gebeurt als we sterven.’
Ook zegt hij: de persoon die hier op aarde rondloopt, dat is eerder een soort avatar die je zelf gecreëerd hebt, die je gebruikt om ander mensen te pleasen, erbij te horen,. Je gedraagt je op een bepaalde manier, je verzint smoesjes, je lacht, je doet een apenpak aan… maar ergens in je leven moet je er achter komen dat het er niet om gaat hoe je overkomt. Op een zeker moment moet je de buitenkant, dat imago eraf krabben en dat wat dan overblijft, dat is wie je bent. Zie je persoonlijkheid maar als een parel. Wat is de zandkorrel die de parel heeft gevormd? Die parel is persoonlijkheid, die beschermt je.’
‘Vind een gat in je psyche en kruip er door naar buiten en kijk het diepe gat van het ‘niet weten’ aan. Je omgeving zal dat niet fijn vinden. Mensen om je heen willen dat je je oude zelf blijft spelen, zoals je altijd deed.’
Op de vraag waar zijn ware ik zich bevond toen hij Andy was, antwoordt hij:
‘Er is een zachte rustige plek in het universum, dat alles lijkt te omvatten. Daar ben ik dan. Het fascineert me, dat verdwijnpunt.’
De verlichte nar
In De 12 oerkarakters van storytelling, maar ook in mijn nieuwe boek Het verhaal van je leven behandel ik het archetype van de Nar. Hoewel ik The Truman Show met Jim Carrey in de hoofdrol een fenomenale film vond bleef Carrey altijd de nar voor mij. Ik ergerde me vaak aan die grimas, altijd maar die lolbroek. Maar de nar heeft als opgave verlichting te brengen en ik zag ineens dat Jim Carrey daar op bijna magische wijze in is geslaagd. Jim Carrey vertelt wat Jezus en de Boeddha ook vertelden. Ik weet niet hoe het verder gaat met Jim Carrey, op internet lees je dat sommige mensen denken dat hij gek is geworden, maar als dat al zo is, dan is het wel een soort verlichte gek.
Door die documentaire werd ik me tijdens mijn vakantie maar al te zeer bewust van de ballast die ik van tijd tot tijd meesleep.
Dus: zet je ego maar even op de achterbank…Lang leve de verlichting. Dank je Jim Carrey.
We staan er niet altijd bij stil, maar het Apple logo – de appel waar een hap uit is genomen – is een directe verwijzing naar het verhaal over de zondeval uit het Bijbelboek Genesis, waar tot dan toe Adam en Eva gelukkig in het paradijs ronddartelden, tot Eva door de slang verleid werd om van de verboden vrucht te eten die aan de boom van kennis van goed en kwaad groeide. Eva gaf Adam ook een hapje en op dat moment werden ze zich bewust van hun naaktheid en gingen zich ervoor schamen. Ze begonnen zich te ‘realiseren’.
Het logo is een symbool, een teken en het vertelt iets. De hap uit de appel staat voor de drang je als mens te ontwikkelen, kennis te vergaren en bewustzijn te vergroten, ook al zorgt die realisatie ervoor dat je het paradijselijke – onbewuste – stadium moet verlaten. Met het logo vertelt Apple ons impliciet een verhaal. Namelijk: ontwikkel je, ‘stay hungry, stay foolish’, ‘think different’.
Time Magazine kiest ieder jaar ‘de Persoon van het jaar’. De onderscheiding gaat naar de persoon die volgens Time de meeste invloed heeft gehad op de gebeurtenissen in het voorbije jaar.
Dit jaar is er een onpersoonlijke persoon, gekozen: de Demonstrant.
Eerdere winnaars waren Barack Obama, George W. Bush, ‘jij’, Paus Johannes Paulus II, Lech Walesa, John F. Kennedy, de Hongaarse vrijheidsstrijder, en Adolf Hitler.
Maar dit jaar dus de Demonstrant. De Demonstrant heeft volgens Time het beeld van 2011 nadrukkelijk bepaald. Overal ter wereld gingen mensen de staat op.
Op de cover van de Time staat een vrouw met een doek voor haar mond en een bontmuts op. Je kan hier uit opmaken dat het een symbolische weergave is. De doek is geen Hijab, maar beschermt tegen herkenning of rook. De bontmuts verwijst naar iets anders. De kou in Rusland?
Time Magazine verkiest met regelmaat onpersoonlijke personen van het jaar. In 1966 was dat de Babyboomer, in 1975 De Vrouw en in 1982 was het de Computer.
Times kiest in zo’n geval niet voor een individuele persoon, maar voor een archetype, een oermodel dat ten grondslag ligt aan iets groters, een beweging, een herkenbare kracht. Zo’n oerbeeld heeft talloze varianten. Het staat voor iets en er zijn talloze verhalen over te vertellen.
Het hoofdartikel vanTime verwoordt het zo: ‘Een massaal en effectief straatprotest was wereldwijd een oxymoren, tot het – plotseling, schokkend genoeg – precies een jaar geleden de doorslaggevende kracht van onze tijd werd. En de demonstrant opnieuw de maker van geschiedenis werd.’ Het begint met een bijzonder verhaal. In december 2010 stak de Tunesische fruitverkoper Mohamed Bouazizi zichzelf publiekelijk in brand. Drie weken nadat hij zichzelf overgoten had met verfverdunner, stierf hij aan zijn verwondingen. Tien maanden later werd de Libische leider Khadaffi, die zich als een als een rat in zijn hol had verschanst, gepakt.
De individuele, wanhopige actie van de kleine fruitverkoper zette honderdduizenden in beweging en leidde tot de val van een megalomane tirannieke schurk. Dat is het verhaal wat er achter zit.
Daarom resoneert het beeld van de Demonstrant op de cover met iets wat veel groter is. Het toont ons hoe een individuele, heldhaftige – maar tragische – actie de loop van de geschiedenis kan veranderen. En het resoneert met de protesten die we het afgelopen jaar over de hele wereld hebben gezien, die op Wall Street, de protesten in Rusland tegen de stembusfraude, het Tahirplein en al die andere protesten.
De Demonstrant op de cover van Time is een personage. Hij maakt zich los uit de bange murw geslagen massa en roept om een socialer, eerlijker, rechtvaardiger, democratischer tijdperk. Hij schreeuwt: weg met de hebzucht, de tirannie, de alleenheersers, en heeft een visioen van een betere, eerlijker, schonere, zorgzame wereld. Een wereld waar afgerekend wordt met corruptie en egoïsme.
De keuze voor de Demonstrant op de cover is niet het bewijs dat het een slap jaar is geweest, zonder aansprekende leiders of figuren. Het toont eerder dat we met een grotere kracht te maken hebben gehad en misschien wel een omslagpunt hebben bereikt.
Waren het niet de Maya’s die voorspeld hebben dat in 2012 alles anders wordt?
Dit weekend overleed Vaclav Havel. De toneelschrijver en voormalig president van Tsjechië bracht het ooit zo onder woorden: ‘Ik denk dat er goede redenen zijn om te stellen dat het moderne tijdperk ten einde is. Veel dingen wijzen er vandaag de dag op dat we door een overgangsperiode heen gaan – het lijkt erop dat iets aan het verdwijnen is en dat iets anders een pijnlijke geboorte doormaakt. het is alsof er iets aan het afbrokkelen is, in verval raakt door zichzelf uit putten, terwijl iets anders – vooralsnog vaags – uit het puin oprijst.’