Inkeer in tijden van Corona
De Wereld draait niet meer door. Heel veel is stilgevallen. Nu na twee en een halve week is de sociale isolatie het nieuwe normaal aan het worden. Je went eraan dat mensen je in de winkel ontwijken als een melaatse, dat de straten en de pleinen leeg zijn. We zijn massaal aan het videobellen, sturen lollige en troostrijke filmpjes rond, maar worden intussen heen en weer geslingerd tussen hoop en vrees. We proberen er iets van te maken. Maar hoe lang gaat dit nog duren? Langzaam dringt het besef door dat deze toestand nog lang niet voorbij is en dat de impact op ons werk en leven groter zal zijn dan we nu kunnen bedenken.
Liminale tijd
Wat we er ook van vinden, hoe onze respons ook is, duidelijk is dat we in liminale tijd leven, in een overgangsfase, ook wel een passage genoemd. Deze mondiale ziekteperiode is een schemergebied tussen twee werelden, de fase waarin we niet meer in het oude land zijn maar ook nog geen zicht hebben op het nieuwe. In grote en oude verhalen is dit tussenland een bekend fenomeen. Denk aan het volk Israel dat, na de uittocht uit Egypte veertig jaar door de woestijn trok op weg naar het beloofde land, denk aan Odysseus die zo graag naar huis, naar Ithaka, wilde varen, maar werd tegengehouden de goden, denk aan Dante, die verdwaalde in een donker bos. Het verblijf in niemandsland roept uiteenlopende gevoelens en reacties op en is een psychologische beproeving, want het doet ons beseffen wat van waarde is en wat niet.