Wachten op Calliope

Inspiratieloos?

Ik ben met een boek bezig en loop vaak vast. Dan weet ik het even niet meer, vind ik alles wat ik geschreven heb stom en aanmatigend.

‘Ik wacht op Calliope’, roep ik dan. Calliope is een van de negen muzen en dochter van de oppergod Zeus. Haar naam betekent ‘met de mooie stem’ en ze is de muze van het heldendicht, de filosofie en de retoriek. Haar attributen zijn: een schrijfstift, een schrijftafel, een perkamentenrol en een bazuin.

Toch weet ik dat ik niet moet gaan zitten wachten op Calliope. Die gaat mijn writersblock niet voor me oplossen. Dat weet ik best.

Calliope leert ons namelijk: schrijvers schrijven gewoon. Iedere dag. Inspiratie of geen inspiratie. Punt. Ze hebben een tafel, een pen en papier… of een computer. En ze schrijven gewoon.

Veel mensen zeggen: ooit ga ik een boek schrijven! Maar eerst moet ik… de was ophangen, de hond uitlaten, wachten tot de kinderen weer naar school zijn, stom werk doen tot ik met pensioen ga. Of ze zeggen: ik heb geen schrijfplek, ik heb geen tijd, ik heb geen inspiratie.

De tip die ik altijd geef is:

Wacht niet op de muze, begin gewoon, schrijf elke dag, waar je maar kunt. Aan de keukentafel, op de rand van je bed, op een bankje in het bos, schrijf stom, schrijf lelijk, schrijf kort, schrijf lang, schrijf over vroeger, over morgen, over je opa,  over het meest gênante, het meest obligate het meest saaie… maar schrijf, schrijf, schrijf…

Dit geschreven hebbende… ga ik weer verder aan mijn boek.

Meer weten over waar mijn boek over gaat? Houd dit blog in de gaten… Binnenkort onthul ik een en ander.

 

Lekker in je pels

Lekker in een T-shirtje in de zon. Het schrale winterhuidje dat maandenlang weggestopt is onder dikke lagen kleding, mag zich weer blootstellen aan zonlicht en buitenlucht en bloeit er van op.

Ons vel, het vleselijk omhulsel van bijna twee vierkante meter, is een supergevoelig orgaan. Het beschermt ons, communiceert met de binnenwereld en de buitenwereld, heeft een direct lijntje met onze organen en toont zich in vele gedaanten: blozend, rimpelig, droog, dor, stralend, vochtig, beschadigd, wit, rood, bruin, pukkelig of naakt.

De huid is als een verhalenboek met tal van stories over leeftijdsfases, tekorten, stress, disbalans, organen, over vreugde, verdriet, zorgen, pijn en verwondingen en verlangen. Littekens, gloeiende wangen, dode vingers, kippenvel vertellen hoe het met ons gaat. We zweten bij inspanning, krijgen pukkels of uitslag als we ergens niet tegen kunnen, blozen bij verlegenheid of trekken wit weg. De huid is bovendien een sterk lustopwekkend orgaan; geen opwinding, geen verlangen zonder huidcontact. Indrukken van binnen én van buiten vertalen zich in het landschap van de huid en spiegelen de ziel.

Zit je lekker in je vel? Lang niet altijd natuurlijk. De huid verraadt altijd wanneer er disbalans is.

In De Ontembare Vrouwvan Clarissa Pinkola Estes lees ik het verhaal Zeehondenhuid, zielenhuidwaarin een jonge zeehondenvrouw haar beschermende, glanzende zeehondenpels kwijtraakt. Het verhaal vertelt ons dat zeehondenvrouwen zich af en toe van hun pels ontdoen en naakt dansen op de rotsen. Een man die daar getuige van is, steelt de huid van een van hen en maakt daarmee de zeehondenvrouw afhankelijk van hem. Pas na zeven jaar zal ze haar huid terugkrijgen en mag ze terugkeren naar haar soortgenoten. Ze krijgen een kind, maar het lichaam van de vrouw begint al snel uit te drogen en te vervellen. Ze verliest haar jeugd en begint te verschrompelen, haar ogen worden doffer tot ze blind is. Gelukkig vindt ze op een dag haar huid weer terug en kan ze terugkeren naar de zee, naar zichzelf. Dan keert haar gezichtsvermogen weer terug, haar pels gaat weer glanzen en haar lichaam wordt weer rond en mollig.

Kunnen wij onze huid verliezen? Ja. Als we ons laten kapen, onze eigen behoeften op de tweede plaats stellen, als we te veeleisend of te perfectionistisch zijn, onszelf voorbij lopen, als we ontevreden zijn, als we te hard werken, onszelf vergeten, dan verliezen we onze symbolische pels en daarmee bescherming, warmte en intuïtie. Dan is het zaak het contact met de binnenwereld te herstellen en de (zielen-)huid weer terug te vinden.

Blijf daarom dicht bij je pels en zorg er goed voor.

Deze column verscheen in 2018 in Yoga International

Six Feet Under

Ik bereid een workshop voor, die ik samen met Marciel (Witteman) ga geven bij het Netwerk Mediavrouwen. Een introductie op het vak van scenarioschrijver. Daarvoor sprokkel ik mooie filmfragmenten te bij elkaar. Fragmenten waar wij zelf als scenarioschrijvers door geïnspireerd zijn. Natuurlijk horen daar fragmenten bij uit de HBO serie Six Feet Under, gemaakt door Allen Ball. De serie gaat over een familie van begrafenisondernemers. Geniaal idee natuurlijk. En heel goed geschreven. Het bizarre van dit gegeven is dat in dezelfde tijd dat in Amerika deze serie werd bedacht en voorbereid, hier in Nederland hetzelfde idee is ontstaan. Zonder dat daar enige kennis over bestond. De serie (ik weet niet meer om hoeveel afleveringen het ging) is ook daadwerkelijk gerealiseerd bij de VPRO, als ik me goed herinner.
Natuurlijk heeft die serie (dank aan ons beperkte taalgebied en knullige budgetten) nooit de omvang en de klasse van een serie als Six feet Under kunnen halen. Maar wel bijzonder dat in op twee plekken tegelijkertijd hetzelfde idee opkomt. Of neerdaalt. ‘It is in the air…’ zeggen ze wel eens. Morfische resonantie? Is dat de reden dat ik altijd een beetje een opgejaagd gevoel krijg als ik een goed idee heb. Wie weet zijn anderen me voor….

Hier de laatste droom van Nate…

vlammetje

Pinksteren. Waar ging Pinksteren ook al weer over? Ik herinner me uit de verhalen van vroeger dat de discipelen vlammetjes op hun hoofd kregen. De Heilige Geest daalde neer. Nogal een absurde situatie, leek mij dat. Nu vermoed ik dat het ging om een moment van verlichting of bezieling. Ze zagen het licht, raakten verlicht of geïnspireerd. Zoiets zal het wel geweest zijn.

Mijn Pinkstermoment: in de tuin (hè hè, eindelijk zomer) lees ik in het vuistdikke werk van Christopher Booker: The Seven Basic Plots. Waarom wij verhalen vertellen. Booker beschrijft zeven oerplots. Variërend van ‘Overcoming the Monster’ en‘Rags tot Riches’ tot en met Voyage & Return…Van tragedies tot Komedies. Hij haalt er de hele wereldliteratuur bij. Van BeoWulf tot en met Beckett. Van Tsjechov tot en met moderne films.

Voor mijn eigen schrijfproces en inspiratie een heerlijk boek. Alles is natuurlijk altijd weer een variatie op dat ene oerverhaal, zoals Campbell dat gedestilleerd heeft uit alle mythen, verhalen, dromen en sprookjes van de wereld. En dat ene oerverhaal beschrijft weer in allerlei variaties het archetypische proces van het menselijk ego opzoek naar heelwording… (en waar dat de mist in gaat).
Mooi is dat Booker uitlegt hoe het komt dat er op een goed moment in de literatuur geen ‘ronde’ verhalen meer verteld worden en waarom er gewelddadige karakters maar ook dolende en inactieve helden ten tonele verschijnen. Ja ja… ons wereldbeeld en ons zelfbeeld is behoorlijk verbrokkeld en gedesintegreerd. Nou ja, gedesintegreerd of niet… vandaag heb ik een klein vlammetje op mijn hoofd.

http://www.bol.com/nl/p/engelse-boeken/the-seven-basic-plots/1001004002617560/index.html