De Priesteres staat symbool voor het vermogen je af te stemmen op hogere wijsheid. Ze zit voor een gordijn, die de (echte) Waarheid verhult en tussen twee zuilen, een zwarte en een witte. Deze zuilen representeren de dualiteit waar we in dit leven mee te maken krijgen: goed/kwaad, man/vrouw, dag/nacht. Daarom ook het getal 2: vanaf nu ervaart de mens het leven vol met contrasten en tegenstellingen. De Priesteres houdt een boekrol (Tora) vast, die naar wijsheid en kennis verwijst. De granaatappels in de sluier achter de Priesters staan voor vruchtbaarheid, maar zouden ook kunnen verwijzen naar de appel van goed en kwaad. Nadat Adam en Eva van die appel gegeten hebben, worden ze verdreven uit het paradijs. Wat zoveel wil zeggen als: het aardse bewustzijn kenmerkt zich door het besef van tegendelen. Het inzicht dat dat we we als mensheid moeten verwerven is nog versluierd. Achter die sluier vinden we de heelheid- het paradijs – terug.
De maansikkel op haar hoofd en aan haar voeten staat symbool voor het vrouwelijke aspect. De mens ontmoet op zijn levenspad als eerste het vrouwelijk aspect: de moeder.
In verhalen zie je vaak dat de conflicten en contrasten (de dualiteit) die er aan het begin van het verhaal nog zijn, aan het einde van het verhaal zijn opgeheven.
Als je deze kaart trekt kan het erop wijzen dat je les gaat krijgen, les gaat geven of ingewijd wordt in het mysterie van het leven. Het is de derde stap op de levensweg.