Geen last – een parabel uit de Tao..

‘Als we maar gelukkig zijn dit nieuwe jaar…’, zei iemand toen we nieuwjaarswensen uitwisselden.

Ik moest denken aan een parabel uit de Tao.
Een koning die al een hele tijd niet gelukkig was, raadpleegde zijn arts. ‘Maak me gelukkig, dan zal ik een rijk man van je maken, zo niet dan hak je kop eraf.’
De arts was wanhopig. Want hoe maak je iemand gelukkig? Maar hij beloofde erop te mediteren. Na een week mediteren dacht hij het gevonden te hebben. Hij zei tegen de koning: ‘Als u het hemd zou kunnen krijgen van iemand die gelukkig is, dan zult u weten wat geluk is.’
‘Zoek zo’n hemd!’, riep de koning uit. De arts ging op weg en bezocht de rijkste man van het land en vroeg hem om zijn hemd. Maar de man zei: je mag zoveel hemden van me hebben als je wilt, maar ik ben niet gelukkig.’
De arts zocht heel veel mensen op, maar niemand was gelukkig.
Toen hoorde de arts in de nacht een mooie melodie. Hij vroeg zich af wie dat was, die zo mooi speelde en besloot op zoek te gaan.
Bij de rivier in de diepste duisternis vond hij een man die op zijn fluit speelde. Het was prachtige muziek waar je onmiddellijk heel blij van werd. De arts was opgetogen. Nu heb ik eindelijk iemand gevonden die gelukkig lijkt te zijn.
‘Mag ik uw hemd?’, vroeg de arts.
De fluitspeler antwoordde: ‘ik heb geen hemd. U kunt dat niet zien, want het is donker, maar ik heb helemaal geen kleren.’
‘Hoe kunt u dan gelukkig zijn?’, vroeg de arts
De man zei: de dag dat ik alles kwijtraakte werd ik gelukkig. Ik heb niets, ik heb mezelf niet eens. Ik speel niet op een fluit, het universum speelt door mij heen. Ik heb geen enkele last, niet van mijzelf, niet van spullen, niet van verplichtingen, goederen of kleren. En daarom ben ik gelukkig…

(Over) vloed

Moest ik laatst ineens 5000 euro belasting betalen… Heb ik zoveel verdiend?, vroeg ik me geschrokken af.
Als ZZP’er met een creatief vak gedraagt mijn geldstroom zich als eb en vloed. Soms baad ik voor mijn gevoel in het geld, en dan is het weer in geen velden of wegen te bekennen. Soms tref ik een verrassend bedrag aan op mijn bankrekening, maar daarover moet ik dan weer belasting betalen of BTW over afstaan. Dan is het weer op en moet ik weer een tijdje zuinig aan doen.
Bijvoorbeeld na een lange zomer zonder opdrachten is de bodem van de schatkist vaak weer totaal bereikt en begin ik weer aan tal van nieuwe projecten en klussen die geld opleveren.
Ik heb geen spaartegoeden en geen pensioen in het vooruitzicht. Mijn man is ook een creatieve ZZP’er en dus zal ik de rest van mijn leven mijn creatieve talenten moeten inzetten om geld te verdienen.
Ik ben er aan gewend en ik kan me bijzonder rijk voelen met het leven wat ik leid.
Toch is de geldstroom regelmatig met zorgen en een beetje angst omgeven. Alleen heb ik ondervonden dat zorgen en angst averechts werken. Sterker nog… hoe meer zorgen, hoe langer het eb blijft. Dus weg met die zorgen, strijk die rimpels glad (Shakespeare). Hoe meer ik vertrouw op de gedachte dat het na eb weer vloed wordt (lees: overvloed) hoe meer ik kan ontspannen en hoe creatiever ik word en dan zwelt de stroom vanzelf wel weer aan. Geld is emotie. Geld is vertrouwen, dat zeggen ook de economen. Dus ik ben niet gek.

Een parabel die daarover gaat, sprong in mijn herinnering toen ik onlangs een workshop organiseerde voor vrouwen en hun verhalen over geld.
Het is de gelijkenis van de talenten. En let wel: het woord ‘talent’ verwijst niet alleen naar geldwaarden maar ook naar persoonlijk talent of begaafdheid. Ook in de Tarot verwijzen de pentagrammen naar zowel geld als talent.
Het verhaal gaat als volgt.
Een rijke man die op reis ging, riep zijn dienaren bij zich en vertrouwde hun zijn eigendommen toe. Aan de ene gaf hij vijfduizend goudstukken, aan een andere tweeduizend en aan een derde duizend; ieder kreeg wat hij aankon. Toen vertrok hij. Onmiddellijk ging de dienaar die vijfduizend goudstukken had gekregen, er zaken mee doen en hij verdiende er vijfduizend bij. Zo deed ook de tweede en hij verdiende er tweeduizend bij. Maar de dienaar die duizend goudstukken had gekregen, ging een gat graven en verstopte het geld van zijn heer daarin.
Toen de man na een lange tijd terugkwam riep hij hen ter verantwoording. De dienaar die vijfduizend goudstukken had gekregen, kwam naar hem toe en overhandigde hem nog vijfduizend goudstukken extra.
Mooi, zei zijn heer. Je hebt het goed gedaan. Je mag de tienduizend goudstukken houden en ik zal je over iets groots aanstellen. Kom binnen en vier feest met mij.
Toen kwam de dienaar die er tweeduizend had gekregen en die zei: u hebt mij er tweeduizend gegeven, en kijk, ik heb er tweeduizend bijverdiend.
Uitstekend, zei zijn heer. Je bent een goed en trouw dienaar. Iets kleins heb je goed beheerd, nu zal ik je over iets groots aanstellen. Je krijgt er tweeduizend bij. Kom binnen en vier feest met mij.
Toen kwam de dienaar die duizend goudstukken had gekregen en die zei:
Ik weet dat u streng bent; u maait waar u niet gezaaid hebt, en u oogst waar u niet hebt uitgezet. Ik was bang en ben daarom uw geld in de grond gaan verstoppen. Hier hebt u het weer terug.
De man reageerde: Jij ben een slechte, luie dienaar! Je wist dus dat ik maai waar ik niet gezaaid heb, en oogst waar ik niet heb uitgezet. Waarom heb je mijn geld dan niet op de bank gezet? Dan had ik het bij mijn thuiskomst met rente kunnen opvragen. Geef me die duizend goudstukken terug en geef ze aan hem die er al tienduizend heeft! Want iedereen die iets heeft, krijgt nog meer en heeft overvloed. Maar wie niets heeft, hem zal wat hij heeft nog worden afgenomen. En gooi die nutteloze dienaar eruit, de duisternis in! Daar zal hij huilen en knarsetanden!”



Toen ik deze gelijkenis als kind hoorde (kinderbijbel), begreep ik hem niet goed. Dit was toch onrechtvaardig! Die derde man kreeg al minder en nu hij uit zorg en angst de goudstukken voor de zekerheid goed had opgeborgen, kreeg hij toch zo’n straf!
Later begreep ik dat het in dit verhaal niet zozeer om geld ging maar om de inzet van talenten. En dat geld en talent nauw verbonden zijn, ja zelfs inwisselbaar zijn. Als je talenten krijgt, moet je er mee werken en dan zal de overvloed je deel zijn. Als je niets doet met de jouw geschonken talenten, als je uit angst en zuinigheid de boel in de grond stopt, zal je (innerlijke) armoede lijden en een nutteloos gevoel overhouden, ja zelfs huilen en tandenknarsen.
Het is een diep spirituele les, dit verhaal. Je bent een dienaar of dienares van de talenten die je gekregen hebt, en het enige wat je te doen staat is ze maximaal in te zetten. Daarmee creëer je vanzelf weer ‘(over-)vloed’. 
Zou het zo ook op mondiaal niveau werken? En is het nu eb? 

De macht van de verhalenverteller – 7 wetten voor een goede Corporate Story

In de zesde klas van de lagere school had ik les van meester Warnaar. Meester Warnaar was erg streng maar kon prachtig vertellen. Bijbelverhalen. Ik herinner me nog hoe hij de dialoog tussen Eva en de slang in het paradijs tot leven bracht. En hoe Eva – verleid door de mooie praatjes van de slang – uiteindelijk de befaamde hap van de appel nam en daarmee de mensheid voorgoed uit het paradijs dreef. Ik proefde bij wijze van spreken de appel en was helemaal in de ban.
Ik was niet speciaal dol op meneer Warnaar. Helemaal niet eigenlijk. Maar wel op zijn verhalen! Het was de beste manier om mij stil en aandachtig te krijgen. Was dat zijn doel? Of ging het om de boodschap uit de Bijbel? Of allebei? In ieder geval werden wij makke schaapjes in de klas.
Met een goed verteld verhaal krijg je je luisteraars in de ban. Rasvertellers en goede acteurs kennen het: als je een goed en krachtig verhaal vertelt, hangen de mensen aan je lippen. Dat kan een ongeëvenaard en verslavend gevoel geven. Je hebt dan namelijk macht. Met je verhaal ben je ín het hoofd en het hart van de luisteraar beland. Een plek waar de verbeelding aan de macht is en waar – als je het goed doet – overtuigingen kunt beïnvloeden.
Storytelling en Corporate Stories worden in organisaties ingezet met als doel het vergroten van invloed. Logisch. Je wilt er bepaalde effecten mee bereiken. Meer klanten, meer verbinding, andere koers… Maar het feit dat beïnvloeden het doel is, maakt het vertellen van het verhaal gelijk ook niet ongevaarlijk.
Een verhaal goed vertellen vergroot je mogelijkheid tot beïnvloeding, maar daarmee ook je macht. Dat betekent dat je je verantwoordelijkheid moet nemen. Want je kunt met hetzelfde middel mensen manipuleren. In je eigen belang. Om iemand geld afhandig te maken, iemand te ontslaan, mensen angst aan te jagen of mensen om de tuin te leiden. Kijk maar wat er nu in de politieke campagnes gebeurt.
Aan de andere kant: een goed verhaal ‘goed’ vertellen kan mensen in hun kracht zetten en de weg wijzen. Het kan perspectief bieden en hoop. Het kan enthousiasme teweeg brengen en mensen aanzetten tot handelen.
Wat betekent dat eigenlijk voor de Corporate Story?
De 7 wetten voor een goede corporate Story
1. Er zit een duidelijke belofte in. Het verhaal helpt de mensheid en de wereld een beetje vooruit. Het vertelt hoe we er een betere en gezondere, duurzame wereld van kunnen maken. Het verhaal is daarom idealistisch en visionair en biedt hoop. (En het zet niet aan tot haat, angst of onverdraagzaamheid)

2. Het verhaal is anekdotisch, beeldend en specifiek, met voldoende beelden en details, zodat de verbeelding van de luisteraar (lezer) wordt gestimuleerd. (Het generaliseert niet, het kent geen abstracties)

3. Het verhaal volgt narratieve wetmatigheden. Dat wil zeggen: er is een held, een obstakel wat geslecht moet worden, een begunstigde partij en een Hoger Doel.

4. Het verhaal vertelt een geschiedenis met een plot. Dat wil zeggen het vertelt een serie aaneengeregen gebeurtenissen die door hun ordening een betekenisvolle samenhang krijgen.

5. Het verhaal kan kort en simpel worden samengevat. Het past makkelijk op 1 A4tje. Een te lang uitgesponnen verhaal verveelt de luisteraar of lezer. Het betekent dat  het nog onvoldoende pointe (of plotstructuur) heeft.

6. Het verhaal is uniek en tegelijkertijd universeel. Dat wil zeggen: op het eerste gezicht is dit een nieuw, authentiek en volstrekt origineel verhaal, maar als je beter kijkt, zie je dat het een universeel oermotief kent. Bijvoorbeeld: hoe slimheid het wint van domme kracht, of hoe vele handen het werk lichter maken, hoe boontje om zijn loontje kwam of hoogmoed voor de val…

7. Het verhaal is menselijk, herkenbaar en humoristisch.
Verhalen kunnen je om de tuin leiden of je tot een mak schaap maken. Daarom rust er een grote verantwoordelijkheid op de schouders van de verhalenmakers. Macht die niet verankerd zit in een groot gevoel van verantwoordelijkheid of die niet gereguleerd wordt door ethiek kan eindigen in een verhaal zoals dat van Eva en de slang. De slang plant de twijfel in haar hoofd en daarmee verjaagt hij haar uit het paradijs. Maar denk ook aan het verhaal van Macbeth, van Icarus, van koning Midas. Zo veel verhalen die ons waarschuwen voor het gevaar van mooie praatjes.
Wil je meer weten over hoe je verhalen vindt, componeert en vertelt op een manier dat je mensen vooruit help en in hun kracht zet?
Hoe je zo’n verhaal vindt en componeert kun je leren. Meer hierover op het volgende blog. Of kijk vast op

Als het leven een spel is, dan zijn dit de regels…

Stel je voor: vlak voordat je geboren wordt, krijg je een instructie voor het leven. Een lieve dikke engel neemt je apart op een wolk en legt uit wat de regels zijn voor het leven. Zouden dit ze kunnen zijn?


1. Je krijgt een lichaam. Je kunt er van houden of er een hekel aan hebben, maar het is van jou zolang je leeft.

2. Je krijgt lessen te leren. Je bent een fulltime leerling op de school die ‘leven’ heet. Elke dag zijn er weer nieuwe lessen. Of je ze nu leuk vindt of niet, je hebt ze zelf op het rooster gezet.
3. Fouten maken kan niet. Leven is een voortdurend proces van experimenten, blunders, beproevingen, vergissingen en af en toe een overwinning. De mislukte experimenten zijn net zo waardevol als de geslaagde.
4. Een les wordt herhaald tot je hem hebt geleerd.
5. Je bent nooit uitgeleerd. Zolang je leeft valt er iets te leren.
6. ‘Daar’ is niet beter dan ‘hier’. Ook al denk je dat het verderop beter is dan in het hier en nu, onthoud dan dat een illusie is. 
7. Andere mensen in je leven zijn jouw spiegels. Alles wat je in een ander liefhebt, haat of veroordeelt, is een aspect van jezelf.
8. Het is aan jou wat je van je leven wilt maken. Je bent de scenarioschrijver van je eigen leven. Je hebt alle hulpmiddelen en instrumenten ter beschikking die je nodig hebt. 
9. Alle antwoorden zijn altijd in jezelf te vinden. Het enige wat je hoeft te doen is naar jezelf te luisteren.
10. Je zult deze regels bij je geboorte vergeten. 

vrij naar Cherie Carter Scott

Een vogel die aan je lever knaagt

Over het wel en wee van de menselijke verbeeldingskracht…

Ik lag wakker vannacht. Mijn rondtollende gedachten leken wel onrustige paarden in een donkere stal. En het was niet eens iets belangrijks. Maar wie kent het niet, dat geplaag van de onrustige geest die ofwel vooruitsnelt of oude zaken oprakelt en herkauwt. 
Overal behalve vredig in het nu.
Gelukkig sliep ik toch na een uurtje weer in en vanmorgen begreep ik niet zo goed wat me nu had dwars gezeten…
Ik moest denken aan de mythe van Prometheus.. Hier komt ie…
Prometheus (broer van Atlas) vond dat de mensen aanmerkelijk minder goed bedeeld waren dan de goden zelf als het ging om talenten, instincten en vaardigheden en dus stal hij het vuur van de goden en gaf het aan de mensen.
Prometheus werd voor zijn ‘hybris’ streng gestraft.  Zeus liet hem vastketenen aan een rots en iedere dag kwam er een adelaar aan zijn lever knagen. Die lever herstelde dan weer in de nacht, maar de volgende dag was het weer zover: de adelaar kwam en vrat aan zijn lever. 
Prometheus betekent ‘vooruitzien’ en Prometheus is bekend geworden als een leraar en uitvinder die de mensen leert zich iets voor te stellen in de toekomst. Lang leve de verbeeldingskracht! Lang leve Prometheus!
De mogelijkheid om je iets voor te stellen in de toekomst is een sprong in de evolutie geweest, net zoals het ontdekken van het vuur, waarmee de mens leerde metaal te bewerken.
Met het vuur, maar ook met verbeeldingskracht is de mens in staat te innoveren, te veranderen, technische ontwikkelingen door te voeren en dus de toekomst vorm te geven.
Prometheus dus.
Maar ‘vooruitzien’ hangt onmiddellijk samen met de toch wat minder plezierige neveneffecten. Namelijk: de zorgen die er mee gepaard gaan.
De mogelijkheid vooruit te blikken betekent dat je je maar al te goed kunt voorstellen wat de mogelijke gevolgen in de toekomst zijn van je vooruitziende blik en dat kan gaan knagen.
Een vogel die aan je levert knaagt is een prachtige metafoor voor die zorgen die je kunnen teisteren. En die alleen door een goede nachtrust  weer kunnen verdwijnen. De lever is de zetel van de angst. Zorgen en angst worden gedurende de nacht minder, maar als je wakker wordt de volgende morgen en je weer naar de toekomst kijkt, begint het gelazer weer. De vogel keert terug.
De broer van Prometheus heette trouwens Epimetheus en dat betekent: terugblikken, reflecteren. 

Ook zeer belangrijk in een mensenleven, en ook iets waar je behoorlijk van wakker kan liggen!
Hier een leuk stripje over Prometheus:

De eeuwige zoektocht naar de heilige graal

Ze zeggen wel eens dat iemand die niet droomt, ziek kan worden. Wanneer je je angsten, spanningen en aspiraties niet in betekenisvolle beelden omzet, gaat het systeem protesteren. Ik kan me daar van alles bij voorstellen. Maar dit geldt natuurlijk ook voor een cultuur, een land, een voetbalclub. Als een samenleving de diep gevoelde behoefte aan betekenis moet ontberen en zich niet meer kan laten inspireren door een collectieve droom, ontstaat ziekte, cynisme en uitputting.
Ironisch genoeg komt tegenwoordig in het taalgebruik van voetbaltrainers, managers, politici de term ‘de heilige graal’ regelmatig terug. Is dit geen wonderlijke, intuïtieve onbewuste uiting van een collectief verlangen naar een Groot Verhaal?
Toen in de twaalfde eeuw de graallegenden opkwamen – toen de mythe van de heilige graal voor het eerst werd genoemd –  verkeerde Europa (ook) in crisis. De graalromans waren een soort mix van Keltische legenden, nieuwe mystieke beelden uit het oosten, mondeling overgeleverde verhalen uit Rome, Frankrijk en Brittannië, bovennatuurlijke verschijnselen, ridderverhalen en mystieke poëzie.
Het tijdstip van de opkomst van de graallegenden is veelbetekenend want er werden ineens weer verhalen verteld waarin een veranderend Europa zich kon herkennen en waarmee het zich kon identificeren. Er hing – mede door dit soort verhalen – een opwindende sfeer van verandering in de lucht.

Dus als iemand n de politiek, in de voetbalwereld of in het bedrijfsleven de heilige graal noemt… weet dan dat hier iemand schreeuwt om een nieuw Groot Verhaal, dat hier iemand aan het woord is die weer wil leren dromen.
Hieronder een fragment uit de legendarische film Monty Python and the Holy Grail…
 (om het dromen niet te verleren)

De diepte in om je eigen stem vinden

‘Now that my ladder’s gone/ I must lie down where all the ladders start/ In the foul rag and/ bone shop of the heart.’ – Yeats
Ik begeleid A. bij haar schrijfproces. A. heeft een roman in haar systeem, een verhaal wat eruit moet. Ze vertelde me dat het personage waar ze over schreef van de ene dag op de andere een eigen leven begon te leiden. Na heel veel gezoek, geploeter en omwegen was het ineens zover: het hoofdpersonage deed dingen die A. niet bedacht had van te voren. Zo ontmoette ze een man in een restaurant en begon met hem een affaire. A. was hier zo door onthutst dat ze zich een dag lang geen raad wist. Dit had ze niet bedacht, maar het was wel vreselijk spannend. Omdat het personage over wie ze schreef gebaseerd was op haar eigen leven, voelde ze zich zelfs schuldig naar haar man. ‘Het leek wel of ik zelf vreemd ging’, zei ze.
‘Wanneer het karakter in je verhaal het overneemt zit je goed. Dan heeft de innerlijke stem de ruimte gekregen en kun je de diepte in. Het ‘wilde’ schrijven kan beginnen. Het is het teken dat de ‘daimon’* dichterbij is gekomen en gaat samenwerken met de schrijver’. Dit vertelt Clarissa Pinkola Estes op een van haar audio cd’s over creativiteit.
Als we de gaten of poorten van de cultuur, ons normbesef en ons ego-bewustzijn kunnen openen of kunnen omzeilen, staat er een lieve creatieve engel op je te wachten of een gevleugeld wezentje, of een geestige dwerg of verzin het beeld wat je wilt.
Deze wezens representeren een verhoogde staat van intuïtief bewustzijn over wat je zou moeten schrijven of vertellen of doen. Het zijn energieën diep in ons die ons wijzen op de oneindigheid van onze creatieve vermogens. Als we maar vertrouwen op die stem en ons niet laten zeggen hoe het hoort of wat we zouden moeten schrijven.
Als je je geblokkeerd voelt, heb je meestal de neiging het bijltje er bij neer te gooien en in het slechtste geval jakker je verder over de desolate woestenij waar niets groeit en bloeit. Het probleem is te groot het obstakel te ingewikkeld, het lijkt een onbegonnen toestand. Maar je zou ook kunnen zeggen: de standaardmethode werkt niet meer. Dus moet je op zoek naar een andere methode. Begin met ontspannen, kijk eens een hele andere kant op. Laat los, maak een lange wandeling, ga in bad. Mij helpt mediteren of automatisch schrijven of een bezoekje aan de HEMA.
Wat je daarmee bewerkstelligt is dat de aandacht naar binnen gaat of juist wat wijder wordt zodat goed invallen en inspiratie weer hun gang gunnen gaan. Dan kun je zomaar die hele prettige wijze stem in jezelf gaan horen.
Wel merk ik dat het een beetje taboe is voor sommige verhalenvertellers of schrijvers om over die innerlijke gids te praten, want je wordt al snel als een tikje gestoord gezien.
Maar inspiratie, creatie, het vertellen en vinden van mooie verhalen is voor ons allemaal beschikbaar. We moeten alleen trucjes verzinnen om het ego omzeilen en te oefenen met schrijven, creëren en fantaseren zonder restricties. Daarvoor moeten we veiligheid, controle en aanvaardbaarheid niet meer als norm laten gelden. Maar risico’s nemen.
En hoe doe je dat? Door dóór te schrijven. Ook al lijkt het nog nergens op. Vertrouwen dat je die stem gaat horen. Begin gewoon, schrijf door, oefen, experimenteer. Op een zeker moment kom je vanzelf in contact met een wijs en vriendelijk en creatief wezen dat in het landschap van verhalen leeft.
Write on!

*Demon of Daimon: Er zijn in de loop van de tijd vele termen voor ‘roeping’ bedacht. De Romeinen noemden het genius, de Grieken ‘daimon’, de Christenen je beschermengel, de oude Egyptenaren Ka, voor anderen is het Vrouwe Fortuna en voor volken die het sjamanisme beoefenen is het je geest, je adem-ziel. Voor anderen is het je bron of je Hogere Zelf. Maakt niet uit hoe je het noemt. Al noem je het Mickey Mouse, Het is iets wat je af en toe een zetje geeft in de juiste richting. Het herinnert je eraan wat je graag doet, waar je hart van open gaat, wat bij je past en waar je energie van krijgt.

Oud indianenverhaal

Dit oude indianenverhaal wil ik niemand onthouden…

Toen de Schepper de aarde, de zee, de planten, de bomen en de dieren geschapen had en hij met de mens bezig was, zat hij met een probleempje. Hij riep daarom alle dieren bijeen en legde hen zijn dilemma voor. Hij zei: ‘ik heb nu de mens bijna af en er is iets wat ik goed voor ze moet verstoppen. Want ze mogen het pas ontdekken als ze er aan toe zijn.’
De dieren waren nieuwsgierig. ‘Wat is dat dan, wat u wilt verstoppen?’
‘Het is het besef dat de mens zijn eigen werkelijkheid creëert’, antwoordde hij.
‘Ik weet een plekje’, zei de buffel. ‘Verstop het diep in de aarde, daar vinden ze het nooit’.
‘Nee’, zei de Schepper. ‘Ik heb de mens zo geschapen dat hij zeker gaat graven en dan vindt hij het.’
‘Verstop het dan op de bodem van de zee’, zei de haai.
‘Nee’, zei Schepper, ‘ook daar zal hij kijken. De mens houdt van ontdekkingen’.
‘Hoog in de lucht dan’, zei de adelaar.
‘Nee, hij zal ook zeker de lucht in gaan.’
De dieren keken elkaar aan. Nou, dat was ook wat.
Toen strekte grootmoeder Mol zich uit. Ze was blind, maar had een scherp inzicht.
‘Stop het in henzelf’, zei ze zacht. ‘Daar kijken ze vast niet zo snel’.
Goed idee, zei God.
En zo geschiedde.

Verlangen naar rust – een paradox?


Ik stond voor een groep uit te leggen hoe een verhaal in elkaar zit en zei: ieder verhaal wordt in gang gezet door een verlangen. Verlangen zet alles in beweging en zorgt vervolgens voor lijden en crisis in het verhaal van de held. De held moet weerstanden overwinnen, door de metaforische hel en pas als de held zijn verlangen al of niet bevredigd heeft en (al of niet) tot inzicht is gekomen, is er (tijdelijke) rust. Maar dan begin er weer een nieuw verlangen en daarmee een nieuw verhaal.
Terwijl ik het zei, herinnerde ik me dat ook de Boeddha verlangen ziet als oorzaak van al het menselijk lijden en dat juist afzien van verlangen innerlijke rust en vrede teweegbrengt. Niets meer nastreven en al het verlangen als illusie doorzien, daar gaat het om. ‘Pas door niets te doen, kun je de Tao ervaren’, volgens Kristofer Schipper. 

Maar ja dan heb je geen verhaal.
Je moet immers eerst op zoek naar een Bodhiboom (in welk bos? Welke vind ik prettig?) om ergens te kunnen gaan zitten (hoe zit ik het lekkerst?) om vervolgens de rust te vinden en ook dat duurt voordat je dat gevonden hebt (help, wat duurt dit lang!).

Verlangen naar rust…wat kan je daar onrustig van worden … Op internet naar mooie vakantieoorden speuren, wandelroutes uitzoeken, een ligstoel kopen, een lekker boek uitzoeken voor als je vrij hebt… maar dan wel de hele middag door de stad sjouwen voordat je het gevonden hebt. Idioot.
Wat is verlangen eigenlijk? Waar komt het vandaan?
Verlangen heeft met hunkering te maken, met een diep gevoelde noodzaak of wens. Je plant een gewenste situatie verder weg gelegen op de horizon en gaat dan hard aan het werk om er te komen. Dat geeft stof voor allerlei verhalen, want je verdwaalt, slaat de verkeerde weg in, stoot je kop, bent blind, om uiteindelijk weer iets te leren.
De Boeddha maakte trouwens een onderscheid in 3 soorten verlangens:
De eerste is het zintuigelijk verlangen: verlangen naar een ijsje, naar seks, naar een IPad3. Dit zijn mentale verlangens en die leveren bij bevrediging kortstondig genot op. Heb je eigenlijk niks aan.

Het tweede verlangen is het verlangen naar bestaan: het wilt blijven voortbestaan zoals het nu is, maar dan met alternatieve omstandigheden of vormen, of andere eigenschappen. Je zou willen dat je meer geduld had, minder chaotisch, een ander huis, meer tijd… Had ik maar, kon ik maar… Ik zou willen dat… Heel herkenbaar.

Het derde verlangen is het verlangen naar niet-bestaan, waarbij je hoopt dat iets snel zal aflopen of vernietigd zal worden: ongelukkige omstandigheden, of waarin je zou willen dat het nooit gebeurd was.
Verlangen naar rust is volgens mij de tweede soort. Het verlangen naar het bestaan maar dan in een alternatieve vorm, of dat nu een tropisch eiland is of een week zonder afspraken in je agenda. Soms ben je uit je jas gegroeid, moet je de kamer opnieuw behangen of is je keuken aan een opknapbeurt toe. De vorm voldoet niet meer. De inhoud (je ziel?) verlangt naar iets wat beter past, waardoor het beter tot zijn recht komt. Tja.

Verlangen naar rust is paradoxaal. 
Nietsdoen is vermoedelijk het beste. 

The Corpse Bride – wat ligt er zo diep verborgen?

Een intrigerend en mysterieus verhaal spookt al dagen in mijn hoofd rond. Afgelopen week had ik dat verhaal eindelijk opgeschreven en op mijn blog gezet, toen het na publicatie op wonderbaarlijke wijze verdween. Ik kon het nergens meer vinden. Waar was het gebleven? Bizar. Nu… een paar dagen later, laat ik het niet op me zitten en schrijf ik het alsnog op.
Het verhaal heet The Corpse Bride en het is een oud Oost-Europees/Russisch verhaal.
Tim Burton heeft er in 2005 een animatiefilm van gemaakt, maar die moet ik nog gaan zien. Het verhaal ken ik door het werk van Clarissa Pinkola Estes. Op een van haar audio cd’s vertelt ze het.
Ik heb het voor de gelegenheid vrij vertaald en bewerkt…
The Corpse Bride betekent de lijk-bruid of de dode bruid. Je zou ook kunnen zeggen: de skelettenbruid. Ik houd het op het Bruidslijk. Maar wie een betere vertaling weet… ik hou me aanbevolen.
Het Bruidslijk
Een jongeman is met zijn vriend onderweg naar het dorp van zijn aanstaande bruid waar hij de volgende dag mee in het huwelijk zal treden. In zijn zak bewaart hij zorgvuldig een mooie trouwring. Het is een lange weg langs de rivier en als de avond valt, slaan ze hun kamp op. Ze praten en drinken wat, verheugen zich op het feest en filosoferen over wat het is om getrouwd te zijn.

Op een gegeven moment ziet de aanstaande bruidegom een benige, wittige tak uit de grond omhoog steken. Hij maakt er grappen over en in de jolige bui die hij heeft, schuift hij de trouwring die hij bij zich heeft aan het takje en grapt: ‘Hiermee neem ik u tot vrouw, ik beloof u trouw te zijn en u te steunen in voor- en tegenspoed, tot de dood ons scheidt.’ 
Na het uitspreken van de trouwbelofte, loopt hij bij wijze van ritueel drie maal om de tak heen. Zijn vriend ligt dubbel van het lachen.
Maar dan gebeurt er iets vreemd. De aarde barst open en een hele arm wordt zichtbaar. De tak behoort aan een skelettenhand toe. En dan wordt er een graf zichtbaar waar een dode vrouw uit verrijst, gekleed in een kapotte zijden trouwjurk, die haar armen uitstrekt naar de jonge bruidegom.
‘Aaaah, mijn man! Nu we getrouwd zijn, zal ik leven!’ roept ze schril.

De mannen schrikken zich rot en zetten het op een lopen. Ze rennen langs de rivier in de richting van het dorp. Daar aangekomen bonzen ze op de deur van de Rabbi, die met een slaperig hoofd de deur open doet.
‘Rabbi, help me’, smeekt de bruidegom. ‘Ik heb iets stoms gedaan.’ 
Hij vertelt het hele verhaal. 
‘Het kan toch niet zo zijn dat dit huwelijk geldig is?! Het was een grap.
‘Tja,’ zegt de Rabbi. ‘Als jij inderdaad de huwelijksbelofte hebt uitgesproken, je hebt de ring om haar vinger gedaan en je hebt het ritueel van drie maal een rondje lopen uitgevoerd, dan ben ik bang dat je er niet meer onderuit kunt.’
Dan zweeft het bruidslijk de ruimte binnen en klemt zich vast aan de bruidegom. ‘Nu horen wij bij elkaar’, klinkt haar ijle stem.

Op dat moment komt ook de echte bruid binnengestormd. ‘Je bent er al! Wat is hier in godsnaam aan de hand?’
De bruidegom maakt zich los van het bruidslijk en legt uit wat er aan de hand is.
De echte bruid kijkt naar het bruidslijk en neemt haar in zich op.
Dan ademt ze diep en glimlacht. Ze strekt haar handen uit en legt ze in de benige koude skelettenhanden van het bruidslijk.
‘Kom maar,’ zegt ze. En ze pakt het bruidslijk op en neemt het in haar armen. Ze loopt ermee naar buiten. 
De bruidegom, zijn vriend en de Rabbi volgen haar in verbijstering.
De jonge bruid brengt het bruidslijk terug naar het graf aan de oever van de  rivier. Ze legt haar teder neer.
‘Stil maar,’ zegt ze. ‘Je kunt nu rusten, je hoeft je geen zorgen meer te maken, ik zal je dromen leven en je inzichten verspreiden, ik beloof het je. Rust nu.’
Het bruidslijk vleit zich neer. De aarde vormt weer een graf.

En de bruid lacht  naar haar aanstaande en omhelst hem. Ze beleven een onvergetelijke huwelijksdag en leven nog lang en gelukkig.
Wat een mysterieus, spookachtig verhaal! Het raakt me heel diep. Aanvankelijk wist ik niet waarom, maar door het opschrijven drong de betekenis zich aan mij op.

Het bruidslijk staat voor alle weggestopte, niet erkende inzichten, dromen. Misschien wel voor diep weggemoffelde genialiteit en creativiteit. Als je dat aanraakt – of er een verbinding mee aangaat – kan dat een aardverschuiving te weegbrengen. Het kan je verontrusten, je bij de keel grijpen omdat je ER IETS MEE MOET.
Weglopen en het ontkennen heeft dan geen zin. Omarm het, kalmeer het en beloof dat je de dromen en ideeën tot leven zult brengen.
Dat is de voorwaarde voor een vruchtbaar leven.
P.s. heb de dvd van Tim Burton zojuist bij Bol besteld!

Automatisch schrijven is goed voor de gezondheid

En dan begin ik te schrijven, en het doet er niet toe waarover, want het is zo mooi, ik struikel achter mijn woorden aan en druk langzaamaan door tot aan mijn kern… Virginia Woolf.

De eerste keer dat ik ‘automatisch’ – of vrij – leerde schrijven, was tijdens mijn opleiding aan de Akademie voor Expressie eind jaren 70. Creatief schrijven was nog jong in Nederland en er werd volop mee geëxperimenteerd. Ons associatief vermogen werd in de schrijflessen geprikkeld en ‘automatisch schrijven’ hoorde bij een van de opdrachten, herinner ik mij. Anderen noemen deze techniek ‘vrij schrijven’. of ‘jezelf losschrijven’.
‘Zet je pen op papier, begin te schrijven zonder enige bedoeling, schrijf door, ook al weet je niets meer. In dat geval schrijf je gewoon ‘ik weet het niet meer’, ‘ik weet het niet meer’… net zo lang tot er zich weer wat aandient; dan schrijf je weer verder. Non stop, zonder oordeel, het hoeft niet goed te zijn of diepgang te hebben. Alles is goed. Ik zet de wekker op 10 minuten. Begin nu!’ 
Zo luidde ongeveer de instructie van de docent.

We begonnen en verrasten onszelf. Aanvankelijk zuchtend en steunend, want waar gaat dit naar toe…  schreven we toch gehoorzaam  door. En aan het einde van de 10 minuten troffen niet alleen juweeltjes aan, het had ook een soort bevrijdende werking op ons systeem. We voelden ons vrolijker (want wat een grappen borrelen daar op uit dat onbewuste), vrijer (we doen gewoon lekker maar wat…) en creatiever (wat een vondsten!).

De technieken van het automatisch schrift gebruik ik sindsdien en ik raad het ook altijd iedereen aan. Oké, er zijn wel eens perioden dat ik het niet doe of heel onregelmatig, maar de bevrijdende werking ervan ken ik te goed om het helemaal te verwaarlozen. Het werkt in ieder geval goed in tijden dat ik ergens mee zit of ergens last van heb. Maar ook altijd als voorbereiding op creatief werk. Vrij schrijven helpt mij de hotline met mijn ziel te herstellen.
Later las ik Julia Cameron (The Artist Way), die ook pleit voor iedere morgen drie pagina’s non stop schrijven en zij geeft woorden aan wat ik al lang wist. Ergens zit een creatieve bron die aangeboord kan worden, maar dan moet je eerst je innerlijke criticus van je schouder af krijgen. Kritiek, oordelen, gepieker en je emoties kunnen je systeem zo vergiftigen, dat er geen letter meer op papier komt.

In mijn boek ‘De held in je eigen verhaal’ schrijf ik dit:
‘Ikzelf begin bijna iedere morgen met het schrijven van drie of vier bladzijden in een schrift. Dat heb ik geleerd van Julia Cameron. In haar bekende boek The Artist Way stelt zij dat de ‘ochtendpagina’s’ het voornaamste instrument vormen bij het herstellen van het contact met de creatieve bron. Hiermee ontmasker je de negatieve, kritische, weigerachtige, terughoudende, rationele criticus die jou influistert dat je het maar beter niet kunt doen, die jouw talenten in twijfel trekt, die je in je slachtofferrol houdt of die je woede in stand houdt. Het schrijven werkt uitstekend, het geeft me veel inspiratie en ideeën en ik het raad het altijd iedereen aan. Koop een dik schrift en schrijf iedere ochtend, voor of na het ontbijt drie pagina’s helemaal vol. Het maakt niet uit waarover. Begin met te beschrijven hoe je je voelt, waar je zit, waar je aan denkt, wat je dwars zit; spit een thema uit, schrijf je verlangens op. Het hoeft nergens aan te voldoen, het mag slecht geschreven zijn. Niemand zal het lezen, het is alleen een instrument…
Ook al ben je geen schrijver, deze techniek is heel behulpzaam als het gaat om het onderhouden van het contact met je ‘wezen’ en het bevorderen van de creativiteit. Stephen Covey schrijft: ‘Schrijven is een psychoneurale activiteit, waarmee je een brug kunt slaan tussen het bewuste en het onbewuste.’ Door schrijven wordt je gedachtewereld uitgekristalliseerd.’

Nu las ik dit weekend een artikel in de Ode die als kwartaalbijlage bij NRC Handelsblad verscheen. Inge Schilperoord schrijft in het artikel ‘de ontdekking van de woordenschat’ over de Amerikaanse psycholoog James Pennebaker, auteur van ‘The secret Life of pronouns’.
Wat blijkt nu… vrijschrijven is niet aleen goed voor je creativiteit, het is ook goed voor je lichamelijke gezondheid! Pennebaker doet onderzoek naar de verbijsterende relaties tussen woordgebruik, schrijfmethodes en gezondheidseffecten.

Pennebaker was al jaren geïnteresseerd in hoe psychische factoren een rol spelen bij uiteenlopende ziektes. En er kwam een relatie uit naar voren: de relatie tussen ziekte en het geheimhouden van emotioneel ingrijpende ervaringen.
Pennebaker deed vervolgens onderzoek naar de effecten van schrijven en het gebruik van woorden op het verbeteren van de gezondheidstoestand. De controlegroep moest 15 minuten schrijven over een emotioneel ingrijpende situatie. Al na twee weken bleek deze groep op alle fronten beter te functioneren dan de andere groep, minder aspirine nodig te hebben en betere cijfers te halen.
Niet alleen huisvrouwen, studenten, maar ook maag- en kankerpatiënten, veteranen, mannen in een zwaar bewaakte gevangenis deden mee. Keer op keer bleek de groep die schreef beter te worden en dat was zelfs meetbaar in het lichaam: een lagere hartslag, en bloeddruk, sterker werkende T-cellen, minder cortisol in het bloed.
De spelregels zijn: stel jezelf zo min mogelijk regels, schrijf 15 minuten per dag, schrijf alles op wat er in je opkomt, wees 100% eerlijk naar jezelf, maak je geen zorgen over schrijfstijl of woordkeuze, maar probeer al schrijvend verbanden te vinden door jezelf steeds vragen te stellen en ongestoord door te schrijven.

Leuk die Pennebaker. Grappige naam ook in dit verband.

Teamdag met hoge funfactor

Het gebeurt vaker. Ik word benaderd met de vraag of ik – al of niet met één van mijn leuke collega’s – een  heidag willen faciliteren voor een team van een bedrijf of instelling.

Er is een uitgebreide briefing. Er zullen ca 50 tot 70 mensen komen en het is de bedoeling dat het een inspirerende dag wordt waar het teamgevoel wordt versterkt, de basis moet worden gelegd voor een nieuwe identiteit en bij voorkeur moet er ook nog een cultuuromslag plaatsvinden. Ze willen iets met storytelling of theater. Maar dat is het niet alleen. De manager, of het hoofd van de afdeling wil ook nog het jaarplan of een visie kwijt.
Overige instructies: graag een hoge funfactor!

Het is me nogal niet wat wat voor een dag.

Laatst heb ik zo’n opdracht geweigerd. Je kunt niet alles in een dag. Daarvoor is een heel traject nodig, met veel tijd, aandacht en zorg. Maar die tijd – en dat geld – was er niet, dus daarom deed ik het niet.
Moet ik nu weer weigeren?

De vraag achter de vraag (in scenariotermen: de subtekst) is duidelijk. Men is op zoek naar zingeving, meer geluk, verbondenheid, passie en inspiratie, maar door de waan van de dag, door de werkdruk, door de bedrijfsstructuren, systemen is er te weinig ruimte voor creativiteit. En nu wil men dat op een dag even recht zetten. Ze mogen een dag buitenspelen, krijgen een lolly, maar moeten dan weer over tot de orde van de dag.

Met een heidag verander je natuurlijk geen systeem, laat staan een logge bureaucratie. In één dag creëer je geen blijvend geluk. Maar toch houdt de vraag me bezig: hoe kunnen we de passie en de inspiratie weer terugkrijgen op de werkvloer? Wat kan ik doen?

Waarom halen zoveel mensen hun schouders op als je ze vraagt of ze plezier hebben in hun werk? Waarom hebben zoveel mensen te maken met depressies of een burn-out? Waarom moet alle creativiteit en inspiratie in één dag gepropt worden?

Een bekende parabel geeft inzicht in deze kwestie.
Een man maakt een wandeling door een vreemde stad en loopt langs een bouwput waar drie mannen aan het werk zijn. Hij vraag aan een van de mannen: wat doe je? De man antwoordt: ‘ik stapel stenen.’ De wandelaar vraagt het aan de andere bouwvakker en die antwoordt: ‘ik bouw een muur.’ 
Dan vraagt hij het aan nummer 3 en die antwoordt: ‘ik bouw een kathedraal.’
Kijk, deze derde man is geïnspireerd en weet waar hij voor werkt. Als je plezier hebt in wat je doet, en je je hebt het gevoel dat je iets waardevols bijdraagt aan iets wat groter is dan jijzelf, dat je een deel bent van een groter verhaal dan krijgt je werk zin en betekenis. Als je weet waar je het allemaal voor doet, kan in één klap het gevoel van zinloosheid over zijn en de burn out voorbij. Omdat er een hoger, inspirerend doel is. Dat doel zorgt voor elan, voor vreugde en vaart.

Ik stel voor dat we de begrippen ‘winst’, ‘verdienen’, ‘waardering’, ‘groei’ anders gaan invullen. Niet meer letterlijk maar symbolisch. Laten we naar verhalen zoeken over wat ieders unieke waarde is en wat de winst op langere termijn voor de wereld is.

Ik heb besloten dat ik het toch doe. Ik ga die dag faciliteren.

Tijdens de dag ga ik op zoek naar verhalen over wat het werk betekenisvol maakt. Ik ga op zoek naar waar ze trots op zijn.

We gaan op zoek naar de kathedraal die ze met elkaar bouwen.
Dan volgt de passie en inspiratie hopelijk vanzelf.

Een vrouw te zijn…

t.g.v. Internationale Vrouwendag 2012


Toen God De Vrouw schiep was hij op de zesde dag nog laat aan het werk.
Een engel kwam langs en zei: Waarom duurt het maken van deze zo lang?
En God antwoordde: Heb je alle specificaties gezien waaraan voldaan moet worden voordat ze af is?
Ze moet afwasbaar zijn, maar mag niet van plastic zijn gemaakt. Ze heeft meer dan 200 bewegende onderdelen die allemaal vervangen moeten kunnen worden. Ze moet op veel soorten voedsel functioneren, meerdere kinderen tegelijk kunnen omarmen en een knuffel kunnen geven die een geschaafde knie kan helen maar ook een gebroken hart. En ze moet dit alles kunnen doen met slechts twee handen.
De engel was behoorlijk onder de indruk:
Met maar twee handen….dat is onmogelijk! En dit is het standaard model?! Dit is teveel werk voor één dag… wacht u tot morgen en maak haar dan af.
Dat wil ik niet, zei God. Ik ben zo dichtbij de vervolmaking van deze schepping. Dit zal de favoriet van mijn hart zijn.
Ze kan zichzelf genezen als ze ziek is en ze kan 18 uur per dag werken.

De engel deed een stap dichterbij en raakte de vrouw aan.
Maar u heeft haar zo zacht gemaakt!
Ze is zacht, zei God, Maar ik heb haar ook sterk gemaakt. Je kunt je niet voorstellen wat ze allemaal kan verdragen en te boven kan komen.
Kan ze denken? vroeg de engel. 
God antwoordde:
Ze kan niet alleen denken, maar ook redeneren en communiceren.

De engel raakte de wang aan van de vrouw….
Maar God, het lijkt wel of deze schepping lekt! U heeft haar te zwaar belast. 
Ze lekt niet….het is een traan, corrigeerde God.
Waar dient dat voor? vroeg de engel.

En God zei: Tranen zijn haar manier om uitdrukking te geven aan haar verdriet, haar twijfel, haar liefde, haar eenzaamheid, haar lijden en haar trots.

Dit maakte een grote indruk op de engel: God, u bent geniaal. U heeft aan alles gedacht. De Vrouw is echt fantastisch!
En dat is ze!
De Vrouw heeft krachten die de man blijven verbazen. Ze kan omgaan met moeilijkheden en een zware last dragen.
Ze heeft blijdschap, liefde maar ook een mening.
Ze glimlacht als ze het uit zou kunnen schreeuwen.
Ze zingt wanneer ze zou kunnen huilen, huilt wanneer ze gelukkig is en ze lacht wanneer ze bang is. 
Ze vecht voor datgene waarin ze gelooft. Ze staat op tegen ongerechtigheid. En ze neemt geen genoegen met ‘nee’ als ze een betere oplossing ziet.
Ze geeft zichzelf helemaal zodat haar familie door kan gaan.
Ze neemt haar vriend mee naar de dokter als ze angstig is. Haar liefde is onvoorwaardelijk.
Ze huilt als haar kinderen iets hebben bereikt. 
Ze is gelukkig als haar vrienden het goed hebben.
Ze is blij als ze hoort van een geboorte of trouwerij.
Haar hart is gebroken als een verwant of vriend doodgaat. Maar ze vindt altijd de kracht om door te gaan met het leven.
Ze weet dat een kus en een omarming een gebroken hart kunnen helen.
Er mankeert alleen een ding aan haar….
Ze vergeet wat ze waard is..

Verhalen als leidraad voor de zoektocht naar geluk

De held in je eigen verhaal

Het pad van persoonlijk leiderschap



You are the storyteller of your own life, you can create your own legend or not…’
– Isabelle Allende
Mensen zijn gelukszoekers. Ons verlangen naar meer creativiteit, meer liefde, meer geld, meer vrijheid, meer ruimte zet ons voortdurend in beweging. Ergens op een punt aan de horizon moet de verloren gewaande schat liggen, vermoeden we. Dus gaan we op reis. Maar wat we vaak niet beseffen is dat alleen de reis naar binnen de verloren schat – ons creatieve potentieel – zal openbaren.

De verloren schat

Verhalen vormen de blauwdruk van deze eeuwige zoektocht naar vervulling. Ze vertellen ons hoe we de verloren schat  – de heilige graal – kunnen terugvinden, op welke bezwaren en obstakels we stuiten, hoe we moeten volharden, welk gedrag gewenst is en welke verschijningsvormen onze vijand kan aannemen.
Verhalen laten ons zien dat het terugveroveren van de schat – ons innerlijk potentieel – allerlei risico’s met zich meedraagt. Er is moed voor nodig en bepaalde zaken, die we liever niet willen zien, moeten nu recht aangekeken worden. Of zelfs vernietigd.

Innerlijke monsters

Het monster dat we moeten overwinnen zit meestal in onszelf. Het representeert  de negatieve energie die de schat verborgen houdt zodat we er niet over kunnen beschikken. Het zijn de oude opvattingen en overtuigingen die ons weerhouden verder te reiken. Het is ons beperkte bewustzijn dat ons gevangen houdt.
Om de schat te vinden moeten we dingen doen die soms tegen de heersende opinie ingaan. We moeten bijvoorbeeld stoppen met school, een reis maken naar een ver land, een baan opzeggen, een relatie verbreken. Dat kan een gevoel van eenzaamheid of vervreemding opleveren. Misschien moeten we een tijdje hongeren, maar onderweg komt er altijd wel hulp.
En dan, als we de moed hebben de lastige reis vol ontberingen toch voort te zetten, kunnen we de strijd aan met het innerlijke monster. We hervinden de schat en uiteindelijk zullen negatieve energieën getransformeerd worden en voelen we ons completer en gelukkiger. Dat is waar we verhalen over gaan.

Oerverhaal

Eigenlijk is er maar een verhaal en dat is het oerverhaal ‘De reis van de held’, zoals beschreven door Joseph Campbell. Alle verhalen ooit verteld zijn variaties op dit thema. De held wordt opgeroepen zijn vertrouwde omgeving achter te laten, wordt ingewijd in geheimen en mysteries, en pas nadat hij zijn lessen geleerd heeft, keert hij terug naar zijn vertrouwde thuisbasis. Hij heeft zichzelf vernieuwd. Hij heeft nieuwe inzichten verworden, beheerst het spel des levens net even iets beter dan voorheen.

Reflecteren of niet

Maar hoe zit het dan met verhalen zonder happy end of verhalen met een zwart, tragisch of open einde? Of komedies? Daarin lukt het immers helemaal niet de schat te veroveren. Je zou kunnen zeggen dat in dit soort verhalen de zoektocht op een bepaalde manier wordt gethematiseerd. Het heeft te maken met de mate waarin de held in staat is te reflecteren op eigen handelen. De held is te laat (tragedie), leert niet van zijn fouten (komedie) of bijt zich vast in een beperkt bewustzijn waardoor beweging en inzichten uitblijven. In deze gevallen kunnen alleen lezers of luisteraars daar lessen uit trekken.

Het veilige nest verlaten

Dit alles is geen lineair proces maar een cyclische aangelegenheid, de noodzakelijke stadia in een ontwikkelingsproces. Je kunt je verzetten, je kunt je kop in het zand steken, maar op een dag zal het leven je uitnodigen het vertrouwde nest te verlaten en als het niet goedschiks gaat, dan maar kwaadschiks. Je krijgt je ontslag, huis brandt af of je partner verlaat je. Belemmerende verhalen en angsten kunnen je teisteren en je van je energie beroven, maar van verhalen kun je leren dat de beloning groot is als je de moed hebt aan te kijken wat je liever niet wilt zien.

Follow your bliss

Je kunt de held worden in je eigen verhaal – en in dat van anderen – door op zoek te gaan naar dat innerlijk potentieel – door op reis te gaan. Heldendom is niet alleen weggelegd voor stoere, krijgszuchtige mannen in avonturenfilms of voor dappere vrouwen die bereid zijn hun leven te geven voor de grote zaak, ook niet alleen voor getalenteerde kunstenaars, topsporters of leiders van een land of een politieke beweging. Iedereen kan een held zijn. Held zijn betekent mens zijn in alle facetten en toonaarden die je maar kunt bedenken, waarbij ‘je hart volgen’ en misschien wel de meest cruciale factor is. ‘Follow your bliss’, is de boodschap van Campbell.
Je bent niet het slachtoffer van een willekeurig lot, maar de schepper van een betekenisvol plot. Je creëert je eigen mythe, door trouw te blijven aan jezelf en door het verhaal wat je over je eigen leven vertelt.
Dus de vraag is: welk verhaal wil je schrijven? Welk verhaal maakt je sterker en welk maakt je zwakker? Wat voor verhaal leidt je dichter naar je bestemming en wat voor verhalen houden je gevangen in een beperkt bewustzijn? Welke opvattingen of waarden zitten er in je verhaal verpakt? Wat is de rode draad? Is er een terugkerend thema? Wat vertelt het verhaal over je talenten en mogelijkheden?

Drie vragen

Als dramadocent en scenarioschrijver heb ik vele levens bij elkaar gefantaseerd voor de personages in mijn scripts. Bij het schrijven van scenario’s en verhalen zijn altijd drie vragen van belang. De eerste is: wie is de held/hoofdpersoon in dit verhaal? De tweede is: wat wil hij? En de derde vraag is: wat is het grootste obstakel? Als je deze drie vragen goed kunt beantwoorden heb je de basis van je (levens-)verhaal.
Conflicten en contrasten onderweg zijn noodzakelijk voor ontwikkeling. Steeds weer creëer je uitdagingen, uiterst lastige situaties en onmogelijke dilemma’s voor jezelf. Al deze zaken door jou zelf in je script zijn geschreven om ervan te leren en om je diepste wezen – het beste van jezelf – tot expressie te brengen.

Opwindend avontuur

Als je je hart volgt en je angsten tegemoet durft te treden, dan ben je op weg een held te worden. De binnen- en de buitenwereld zijn in balans, je bent krachtig en innerlijk zeker en je durft net even iets verder te reiken omdat je weet dat je de schepper bent van je eigen plot. Het pad van persoonlijke leiderschap wordt zo een opwindend avontuur.
Het resultaat is dat je ‘meester’ wordt over twee werelden. Binnen- en buitenkant zijn op elkaar afgestemd. Dat wat je doet, je werk, je dagelijkse praktijk, is afgestemd op wat je ‘in wezen’ – diep van binnen – wilt.
Dit is waar mijn boek ‘de held in je eigen verhaal – het pad van persoonlijk leiderschap’over gaat. Het is een gids die je door middel van praktische oefeningen, schrijfopdrachten en verhalen helpt bij het schrijven van het beste en meest onweerstaanbare verhaal over jezelf dat je je kunt voorstellen.
Ik wens je een mooie reis!
Hier is info waar je het boek kunt bestellen.
Februari 2012. Mieke Bouma

de boekpresentatie

Op 12 februari is ‘De held in je eigen verhaal’ ten doop gehouden. Het kind was natuurlijk al enige tijd geleden geboren, maar werd gisteren pas aan het volk getoond. Begeleid door verhalen, woorden en een mooi lied. Nu kan de reis beginnen.

Dat is grappig…. wanneer een product aan de wereld getoond wordt, krijgt het daarna vaak een eigen en soms volkomen onverwachte dynamiek. Het begint een leven voor zichzelf. Daar heb je dan niet veel invloed meer op.

De eerste reacties zijn goed!
‘Het is in een ruk uit te lezen’
‘Goed en levendig geschreven’
‘Inspirerend, nieuw boek van @Miekebo’
‘Daverend’
‘De tijd is rijp voor dit boek.’
‘Ik heb het nog niet uit, maar smul ervan’

Lees de column die Bert Stegeman voorlas…
http://bertstegeman.blogspot.com/2012/02/held.html

Lees de column die Marciel Witteman voorlas
http://schrijverstafel.blogspot.com/2012/02/gisteren-bij-miekes-zeer-feestelijke.html

Luister naar het lied van Erwin Wiertz ‘De held in je eigen verhaal’, dat hij maakte ter gelegenheid van het uitkomen van het boek en wat hij vertolkte op 12 februari.



Boek bestellen kan bij:Uitgeverij Business Contact. 
Bol com
Managementboek
en natuurlijk te bestellen bij 
Selexys en anderen winkels en sites…

ook als E-book te bestellen….

Het boek is uit!


De Held in je eigen verhaal – het pad van persoonlijk leiderschap, is 1 februari van de drukker gekomen.

Het boek is, net als mijn boek Storytelling in 12 stappen – op reis met de held, voor een belangrijk deel gebaseerd op de Monomythe (Reis van de Held) van Joseph Campbell enThe Writers Journey van Christopher Vogler. 

Niet alleen voor schrijvers vormt deze mythische verhaalstructuur een onuitputtelijke inspiratiebron, ook mensen met een ander beroep of een andere ambitie doen er hun voordeel mee. 

De Reis van de Held helpt ons te realiseren wat we ten diepste willen en wijst ons de weg naar een zinvolle bestemming. We zijn immers de schrijvers van ons leven en de levensreis die we allemaal maken is een verhaal dat we zelf schrijven. Maar wat voor verhaal is dat eigenlijk?

Het doel van de heldenreis is dat je, zoals Campbell dat noemt, ‘meester’ wordt over twee werelden. Binnen- en buitenkant zijn op elkaar afgestemd. Dat wat je doet, je werk, je dagelijkse praktijk, is afgestemd op wat je ‘in wezen’ – diep van binnen – wilt. 

Het boek is bedoeld om je te helpen de noodzakelijk stappen te zetten zodat je de held kunt worden in je eigen verhaal. 

Op zondagmiddag 12 februari van 16.00 uur tot ca 18.00 uur is er in het Compagnie Café in Amsterdam op de Kloveniersburgwal een feestelijke boekpresentatie. Met verhalen, muziek en interactie.

Ben je geïnteresseerd om hier bij aanwezig te zijn? Meld je dan even aan via info@innessence.nl.


kijk voor meer info op http://www.innessence.nl/held.html

Hartelijks!


Mieke 

Tanzan of Ekido

Van de week werd ik gekaapt door een oud verhaal, een verhaal dat door een luttele aanleiding, terwijl ik dacht dat ik het al lang achter me had gelaten, weer alive and kicking was.
Het verhaal sloeg zijn klauwen uit en dwong mij tot intensief herkauwen van details, gevoelens, beelden, angsten en verontwaardiging.

Het verhaal zelf doet er nu niet toe, want triviaal en inwisselbaar. Je kent dit soort verhalen wel. Het zijn verhalen die deel uit maken van je persoonlijke geschiedenis en die je gemaakt hebben tot wie je nu bent, maar die je – als je ze nog geen goede plek hebt gegeven in je levensbibliotheek – als een duveltje uit een doosje tevoorschijn komen, zich als venijnige demonen vast klampen en zich als wellustige vampiers voeden met jouw emoties.

Dat had ik dus. Het verhaal sprong op mijn nek als de dagelijkse beslommeringen even tot stilstand kwamen, het zat naast me in de auto, was aanwezig tijdens het koken, bij het tandenpoetsen en vlak voor ik ging slapen vleide het zich als een psychologische parasiet op mijn kussen. Steeds weer slaagde het verhaal erin mij te overmeesteren, mij leeg te zuigen. Het was er duidelijk op uit mij zwak te maken; mij te kleineren. Het verhaal was bezig mij een bepaalde overtuiging in mijn maag te splitsen.

Het verhaal had namelijk een stem. Een beetje een honende stem. Die stem zei: ‘Mijn hemel, je bent eigenlijk een enorme domme doos. Dat je dat over je kant hebt laten gaan, zeg. Tjonge jonge… Weet je wat jij had moeten doen? Dat je dat überhaupt gepikt hebt, dat snap ik niet.’
Het verhaal lachte me vierkant uit.

En wat ik er ook tegenin bracht, het verhaal probeerde gelijk te krijgen.

Niet alleen groeide door het verhaal mijn wrok, woede en onmacht, ik werd er ook lichamelijk slap en zwak van. Eigenlijk putte het verhaal me uit en vergiftigde het grote delen van mijn systeem. Ik haatte het verhaal eigenlijk. Ik wilde er van af.

Zo liep ik – al herkauwend – langs de oever van de rivier, terwijl het verhaal zich herhaalde. En misschien kwam het door de rivier, de ganzen, de bleke winterlucht, misschien omdat ik diep ademde… maar even raakte de stem op de achtergrond. En een een andere – zachtere – stem werd hoorbaar: ‘Wie is hier nou de baas?’, vroeg die andere stem.

En ik moest denken aan een verhaal dat door Eckart Tolle wordt beschreven:

Twee zenmonniken, Tanzan en Ekido, lopen langs een landweg die door zware regenval erg modderig is geworden. Vlakbij een dorp ontmoeten ze een jonge vrouw die de weg probeert over te steken, maar de modderstroom is zo diep dat haar zijden kimono erdoor bedorven dreigt te worden. Tanzan neemt haar op in zijn armen en draagt haar naar de overkant van de weg.
De monniken lopen zwijgend verder. 
Vijf uur laten, als ze bij de tempel zijn aangekomen, kan Ekido zich niet langer inhouden: ‘Waarom heb je dat meisje over de weg gedragen? Dat soort dingen horen wij als monniken toch niet te doen?!”
‘Ik heb dat meisje uren geleden al neergezet, antwoordt Tanzan. ‘Draag jij haar nog steeds?’

Toen ik me realiseerde dat ik een beetje op Ekido begon te lijken, heb ik het verhaal van me afgeschud en ben ik met lichtere tred verder gelopen. Ja, even was ik Tanzan en genoot ik van de wolkenlucht, de kou op mijn wangen en het gesnater van de ganzen.

Het duurde maar even want toen merkte ik dat er al weer een ander verhaal bezig was bezit van me te nemen.

Wanneer leer je het nu eens?

Een strijder van het licht weet dat bepaalde situaties zich vaker voordoen.
Regelmatig ziet hij zich voor situaties geplaatst waar hij al eerder mee te maken heeft gehad. Dan zucht hij en vraagt hij zich af waarom er niets veranderd is en waarom hij geen vooruitgang boekt. Steeds weer datzelfde probleem!
‘Dit heb ik al een keer meegemaakt’, klaagt hij tegen zijn hart.
‘Ja, dat is zo’, antwoordt zijn hart, ‘maar je hebt het probleem nooit kunnen oplossen’.
De strijder begrijpt dan dat er herhaalde ervaringen maar een enkel doel hebben: hem leren wat hij maar niet wil leren.
P. Coelho

Een verhaal uit de Tao voor 2012

Zoek geen faam.
Maak geen plannen.
Laat je niet opslokken door dat wat je doet.
Denk niet dat je het weet.
Wees je bewust van alles wat is en verblijf in het oneindige.
Loop waar geen pad is.
Wees alles wat de hemel je gaf, maar handel alsof je niets hebt ontvangen.
Wees leeg.
Dat is alles.
Chuang Tzu (bewerkt door Solala Towler)

Wu Wei – eindejaarsgevoel

Aan het einde van het jaar (en ook bij de start van het nieuwe jaar) ervaar ik vaak het voor mij bekende ‘Wu Wei- gevoel’.
Voor mij is deze periode (vanaf de laatste week van december tot en met half januari) de meest rustige periode van het jaar. Het werk is tot stilstand gekomen. De agenda wordt hooguit nog gevuld met een aantal plezierige afspraakjes, etentjes, dineetjes. Ik slaap lang, ga naar verhouding vroeg naar bed.  Ik ruim mijn bureau op, gooi papier weg, begin aan mijn nieuwe agenda, lees wat, schrijf wat… en doe verder niets…
Ik loop langs de rivier en mijmer over de dingen die ik zou kunnen doen, maar doe niets. Ideeën ploppen naar boven en verdwijnen soms ook weer. Hoewel…. vaak worden in deze periode de kiemen gelegd voor een heel werkzaam jaar. (Dat project, dat boek, dat idee…)

Dit is wat ik noem het Wu Wei- gevoel. ‘Wu Wei’ vormt een kernbegrip in het Taoïsme en het betekent ‘de dingen te laten ontstaan door niet te handelen’, dat in diepe rust het meest wezenlijke zich laat zien. Dat is natuurlijk een paradox, maar wel eentje die je aan het denken zet.

Iedereen kent wel dit soort paradoxen: door ergens aan vast te houden, raak je het juist kwijt; door je in te spannen, raak je verder van je doel af; door hard na te denken kom je steeds minder op de juiste oplossing; door je best doen, verlies je het van je tegenstander.

Wu Wei vraagt een niet doelgerichte opstelling, een open houding waarmee je ruimte schept en waardoor creatieve ideeën zich kunnen ontwikkelen.
Eigenlijk heel fijn deze periode.

Hier een stukje uit de Tao Che Ting (of Dao De Jing)  in een vertaling van Jaap Voigt:

Daarom voert de Wijze zijn werk uit door niet-handelen
en onderricht hij zonder woorden
[want] De tienduizend dingen komen [vanzelf] op en hij initieert niets.