Dwars door de duisternis


‘Wie ben ik en waar ben ik naar toe op weg’… vragen die iedereen zich wel eens stelt. Het is als dwalen door een donker bos, op zoek naar… Ja, naar wat eigenlijk? En is er iemand die je de weg wijst?

In het Oost-Europese sprookje Vasalisa de Wijze krijgt Vasalisa op het sterfbed van haar moeder een klein lappenpopje. Dit popje moet ze met regelmaat wat eten geven en dan kan ze altijd om raad of hulp vragen, belooft haar moeder.
Niet lang daarna hertrouwt Vasalisa’s vader en de stiefmoeder en stiefzussen treiteren Vasalisa en laten haar sloven.
Op een dag, als het vuur in huis is uitgegaan, sturen ze haar het bos in, om een gloeiend stuk kool halen bij de boosaardige heks Baba Jaga.

Onderweg in het pikdonkere bos, vraagt Vasalisa steeds aan het popje welke kant ze op moet en zo arriveert ze bij de hut van Baba Jaga, een angstaanjagend wezen in een hut op kippenpoten en met grendels op de deuren van mensenvingers.
Vasalisa vraagt een kooltje vuur aan Baba Jaga, maar moet van haar eerst een aantal taken vervullen: het erf en het huis vegen, beschimmeld mais van goede mais scheiden, maandzaadjes van de aarde scheiden. Ook stelt Baba Jaga haar moeilijke vragen.

Gelukkig helpt het lappenpopje haar steeds de juiste antwoorden te geven en alle taken moeiteloos te voltooien.
Pas dan krijgt ze van Baba Jaga een schedel op een stok met daarin gloeiende kooltjes om mee te nemen. Triomfantelijk loopt ze met de schedel door het bos naar huis. Haar pad wordt nu verlicht. Als de stiefmoeder en stiefzusjes haar zien aankomen, rennen ze op haar af en trekken de schedel met gloeiende kooltjes uit haar handen.
Maar het vuur in de schedel verbrandt hen en ‘s morgens is er van de stief-familie alleen nog maar een hoopje as over.

Dit verhaal gaat over de ‘zegen’ van de intuïtie, gesymboliseerd door het popje. Dit intuïtieve vermogen dat we met ons meedragen, wijst ons altijd de weg. Maar het kan uit zicht raken als het niet gevoed wordt. Dan is er werk aan de winkel. We moeten op pad, dwars door de duisternis, schoon schip maken, het één van het ander leren onderscheiden voordat we ‘verlicht’ terug kunnen keren en korte metten kunnen maken met dat wat ons de hele tijd dwarsboomt.

© Mieke Bouma

Deze column verscheen in Yoga International mei’24:

52_YI2_Column_Zin_Zen_en_Onzin

 

Je ware natuur

‘Vind je ware natuur!’ kopte de folder voor de yogaretraite die ik in handen kreeg. Interessante belofte, dacht ik, maar kan die belofte waargemaakt worden? Waar bevindt die ware natuur zich dan? Wat is eigenlijk je ware natuur? Kun je hem te pakken krijgen?

Best een ingewikkelde vraag, vergelijkbaar met vragen als: ‘Wie of wat kijkt er door mijn ogen? Of: wat is het geluid van één klappende hand? 

Zoeken naar je ware natuur is een paradox. Alsof hij ergens buiten jezelf bestaat en je er je best voor moet doen hem te pakken te krijgen. Zoiets als een mug op je slaapkamer, die in het donker rond je hoofd zoemt, maar verdwenen is als je het licht aandoet.

Er is een mooi filmpje van Michael Dudok de Wit The Monk and the Fish over een monnik die zo graag een vis wil vangen en echt van alles doet om de vis te pakken te krijgen. Met een hengel… met een visnetje… hij studeert…hij bidt… hij zet hulptroepen in… hij ligt ervan wakker… maar wat hij ook doet, de vis ontglipt hem keer op keer. Hij wordt er wanhopig van. Totdat hij het op een goed moment opgeeft! En jawel… dan gebeurt het. Hij laat het streven los, vindt de vis en wordt één met de vis. Hij vindt eindelijk verlichting.

Volgens de zenboeddhisten kan iedereen verlichting bereiken en één worden met de ware natuur. Maar pas als je je realiseert dat zoeken je er verder van afbrengt. Pas als je niets meer najaagt vind je het.

Zoals de monniken die bij de Boeddha kwamen en wilden weten wat de ware natuur nu eigenlijk was. Ze stelden hun vraag, waren benieuwd naar het antwoord, maar de Boeddha zweeg. En zweeg. En zweeg. De monniken keken elkaar niet begrijpend aan. De Boeddha bleef zwijgen. Tenslotte hield hij een bloem omhoog. De monniken begrepen het niet, maar er was één monnik, Mahakasyapa bij wie een glimlach op het gezicht verscheen. En de Boeddha zag dat hij het begrepen had.

Dus… je ware natuur vinden tijdens een retraite? Denk maar niet dat je iets vindt. Je vindt… niets.

De innerlijke tijger wakker maken

‘Wat wordt hier geboren en wat gaat hier dood?’ Dat is de vraag die je volgens psycholoog en sjamaan Alberto Villoldo moet stellen als er sprake is van een crisis. Een crisis kondigt een overgangsfase aan naar een nieuwe status quo. Het oude is voorbij, maar het nieuwe is nog niet in zicht. En in dat ‘tussenland’ is alles onzeker en mistig. Lastig voor veel mensen. Toch kan op het donkerste punt ineens het licht aan gaan. Daarover dit verhaaltje:

Een pasgeboren tijgertje, wiens moeder tragisch om het leven komt, wordt opgevangen en gevoed door een kudde geiten. Het tijgertje krijgt geitenmelk, leert blaten als een geit en groeit op in de kudde. Met de geitenjonkies speelt hij op de berghelling en weet niet beter dan dat hij een geit is.

Op een dag wordt de kudde beslopen door een wilde tijger, die zijn zinnen heeft gezet op een lekker geitenbokje. De tijger is verbaasd als hij tussen de geiten een tijgertje ziet. Hij sluipt dichterbij, grijpt het tijgerjong in zijn nekvel en rent ermee weg.

Het tijgerjong is bang. Hij weet dat tijgers geiten eten en vermoedt dat zijn laatste uur geslagen is.

De tijger sleurt het angstige tijgerjong mee naar een bergmeertje en houdt het dier boven het spiegelende water. Het tijgerjong is verbaasd als hij de weerspiegeling ziet. Hij ziet een tijger en geen geit!

Op dat moment verschuift er iets vanbinnen. Hij ontdekt zijn ware tijger-zelf en laat een indrukwekkende tijgergrom horen die tot in de verre omtrek klinkt.

De grote tijger laat het tijgertje naast zich op de grond zakken. Samen trekken ze verder en doen wat tijgers te doen hebben.

De innerlijke verschuiving van beperkt ‘geitenbewustzijn’ naar de ontdekking van het ware ‘tijgerzelf’ kan zomaar in één klap kan plaatsvinden en vindt plaats op het spannendste, moeilijkste en meest onzekere moment. Het is overweldigend en transformerend. Het tijgertje kan na de ontdekking nooit meer terug naar zijn oude zelfbeeld.

Dat is waar een crisis toe kan leiden. Een innerlijke verschuiving, een nieuw perspectief op het leven, een ongekende kracht die aangeboord wordt, een ander zelfbeeld en een heel nieuw verhaal. Een catastrofe kan de innerlijke tijger – de grootsheid – in onszelf wakker maken.

(Dit verhaal komt uit mijn  boek: Leren dansen met de draak. Mythen en verhalen over omgaan met een crisis)

 

© Mieke Bouma

De geest en de fles

 

Een tijdje geleden – na een bezoek aan Sevilla – ging ik op flamenco-les. Ik had daar in Spanje op een klein hout podium stomende en briesende flamencodanseressen gezien en dat wilde ik ook.

Met de in Sevilla gekochte flamencoschoenen en een uit mijn klerenkast geviste lange bloemenrok toog ik naar mijn eerste les. Nou, dat viel tegen. De elektrificerende, woeste dans liet op zich wachten. Ik zat te veel in mijn hoofd. Een pasje zus, het hoofd zo, de armen weer zus…

Ik volgde braaf de lessen, maar warempel, tegen het einde gebeurde er iets. Ik was uit mijn hoofd, ín de dans… Een fractie van een seconde ervoer ik hoe het lichaam de spirit – de wilde natuur – kon laten dansen, het denkende brein voor even werd uitgeschakeld en er iets van euforie ontstond.

En wég was het weer.

Dansen herinnert aan vervoering en trance, we willen dansen om te ontsnappen aan de beperkingen van het lichaam, om de stof ontstijgen; we willen de geest uit de fles. Maar om de danskunst echt meester wilt worden, ver voordat je de extase kunt ervaren, komt het aan op oefenen, lichaamsbeheersing, zwoegen en zweten.

Wil het lichaam het kunnen fungeren als kanaal voor pure energie, dan moet het getraind, net als bij vechtsporten en yoga.

Als kind hield ik van het sprookje ‘Het meisje met de rode schoentjes’. Dit meisje wilde ook zo graag dansen, maar omdat dansen verboden was, gingen de schoentjes een eigen leven leiden en sleurden haar in een ongecontroleerde woeste trance-dans richting een huiveringwekkend einde. Haar voetjes werden afgehakt.

Soms blijft de geest in de fles, dan is er geen dans, soms is de geest uít de fles dan is er trance, maar het gaat natuurlijk om een perfect spel tussen geest én fles. Dat is dans.

Oefenen dus maar.

© Mieke Bouma

(dit verhaal verscheen als column in 2019 in YI-magazine)

Verbinding verbroken? Vertel een persoonlijk verhaal

In Lichtjaren heeft niemand haast (2021) van Marjolein van Heemstra (aanrader) las ik iets wat me trof. Marjolein schrijft: ‘Ik ben bang dat we zo goed worden in het benoemen van wat ons van elkaar onderscheidt dat er straks geen taal meer is om te spreken over wat ons verbindt.’

USP’s
Inderdaad zeg, wat hebben we de afgelopen decennia onder invloed van marketing- en management-theorieën – niet gefocust op onze ‘onderscheidende waarde’. Wat is jouw USP? Waarin ben jij uniek? Wat kan jij als enige? Wat voeg je toe vanuit je unieke zelf? Beslist handig bij branding en marketing, maar niet per se bevorderend voor een gevoel van saamhorigheid. En al helemaal niet in tijden van instabiliteit en onzekerheid.

Lees meer

De heilige lente

Er moet iets sterven voordat er iets nieuws geboren kan worden.

In mijn voortuin zijn de knoppen van de magnolia opengebarsten, de bloesems tonen zich schaamteloos en sensueel, zwaar en zoet geurend. Dwars door de keiharde wintergrond werken plantjes zich weer omhoog en frisgroene blaadjes barsten uit schijnbaar dorre takken. Het vindt weer plaats, het jaarlijkse wonder van vernieuwing en de wedergeboorte.

Ik weet dat dat ieder jaar gebeurt en toch is het mysterieus en bijzonder. Omdat het iets in beweging zet, ook in mijzelf. Omdat het hoopvol is. Omdat het me herinnert aan de eeuwige cyclus van geboorte, dood en vernieuwing.

Lente-offer
In Le Sacre du Printemps (1913) van de Russische componist Igor Stravinsky wordt in verschillende dansuitvoeringen (waarvan die van Pina Bausch mijn favoriete is) een heidens ritueel gedanst waarbij wijze ouderen in een cirkel rondom een jong meisje zitten. Het meisje danst zichzelf dood als offer voor de god van de lente. De muziek zweept op en wakkert een oerkracht aan. De heidense rite was ooit gebaseerd op een collectief besef dat geboorte en dood nauw verbonden zijn. Dat besef zijn wij wellicht een beetje kwijtgeraakt.

Eros en Thanatos
De lente is een creatieve oerkracht en wrikt iets open, herrijst uit de dood. Het is de god Eros die zich toont als tegenhanger van Thanatos, god van de dood en destructie. Waar Eros schept en verbindt en aan de basis staat van elk goed idee, verlangen, nieuw project, nieuw leven of nieuwe liefde, staat Thanatos voor het einde ervan, de dood, de eenzaamheid.

Eros verbindt, Thanatos scheidt. Eros brengt ons in het rijk van de verbeelding en de sensualiteit, Thanatos hakt dit allemaal af en grijnst bij al die hopeloosheid. Hoe verder verwijderd van Eros, hoe dichter we bij Thanatos zijn.

Alleen verbinding leidt tot vernieuwing
Covid-19 gaf Thanatos vrij spel. Afscheiding, ziekte, eenzaamheid, dood en als gevolg daarvan heel veel woede, verzet, onzekerheid en wantrouwen. Gelukkig is Eros is in staat dat open te wrikken en mobiliseert hij creatieve energie, verbeeldingskracht. Eros herinnert ons eraan dat alleen verbinding kan leiden tot vernieuwing.

Het is misschien nog te vroeg om precies aan te geven wat en hoe die vernieuwing eruit gaat zien, maar het lijkt me dat we aan het begin staan van een heel nieuw hoofdstuk.

Lets dance!

Wachten op Calliope

Inspiratieloos?

Ik ben met een boek bezig en loop vaak vast. Dan weet ik het even niet meer, vind ik alles wat ik geschreven heb stom en aanmatigend.

‘Ik wacht op Calliope’, roep ik dan. Calliope is een van de negen muzen en dochter van de oppergod Zeus. Haar naam betekent ‘met de mooie stem’ en ze is de muze van het heldendicht, de filosofie en de retoriek. Haar attributen zijn: een schrijfstift, een schrijftafel, een perkamentenrol en een bazuin.

Toch weet ik dat ik niet moet gaan zitten wachten op Calliope. Die gaat mijn writersblock niet voor me oplossen. Dat weet ik best.

Calliope leert ons namelijk: schrijvers schrijven gewoon. Iedere dag. Inspiratie of geen inspiratie. Punt. Ze hebben een tafel, een pen en papier… of een computer. En ze schrijven gewoon.

Veel mensen zeggen: ooit ga ik een boek schrijven! Maar eerst moet ik… de was ophangen, de hond uitlaten, wachten tot de kinderen weer naar school zijn, stom werk doen tot ik met pensioen ga. Of ze zeggen: ik heb geen schrijfplek, ik heb geen tijd, ik heb geen inspiratie.

De tip die ik altijd geef is:

Wacht niet op de muze, begin gewoon, schrijf elke dag, waar je maar kunt. Aan de keukentafel, op de rand van je bed, op een bankje in het bos, schrijf stom, schrijf lelijk, schrijf kort, schrijf lang, schrijf over vroeger, over morgen, over je opa,  over het meest gênante, het meest obligate het meest saaie… maar schrijf, schrijf, schrijf…

Dit geschreven hebbende… ga ik weer verder aan mijn boek.

Meer weten over waar mijn boek over gaat? Houd dit blog in de gaten… Binnenkort onthul ik een en ander.

 

Verdwaald in een onderwaterbos

De lessen van een Octopus

Ik keek naar de documentaire My Teacher Octopus, een magische documentaire over een ongelooflijke band van regisseur en cameraman Craig Foster met een wilde octopus.

Aan het begin van de film legt de filmer uit hoe hij door zijn werk een burn-out heeft opgelopen en terugkeert naar de Zuid-Afrikaanse West-Kaap waar hij als jongen woonde en waar hij zich zo thuis voelde in het onstuimige water van de Atlantische Oceaan. Foster is een getrainde zwemmer die minutenlang onder water kan ‘vliegen’ zonder zuurstofflessen. En dáár in die wondere onderwaterwereld ontmoet hij een octopus waar hij geleidelijk aan een soort liefdesrelatie mee opbouwt. Het is onwaarschijnlijk maar echt waar.

De demonen waar hij in het dagelijkse leven mee worstelt verdwijnen als hij onder water duikt. En daar wordt hij één met die wondere wereld onder de oppervlakte en ontmoet hij haar!

Waar je struikelt…
Na afloop moest ik denken aan de bekende quote van Joseph Campbell: Waar je struikelt ligt je schat. Deze Foster was ‘gestruikeld’ in zijn werk en kon niets anders bedenken dan terug te gaan naar zijn roots, naar de plek waar hij zich het meest veilig voelt. En daar begint hij te duiken, onder de oppervlakte terwijl hij niet eens precies weet waar hij naar op zoek is. En precies in dat ‘niet-weten’, daar in die wereld onder de oppervlakte, hervindt hij zichzelf en doet hij een magische ontdekking. De fantastische octopus is de schat die hij vindt en die hem heelt. Aan het einde van de film is hij een ander mens geworden en begrijpen we dat zijn burn-out een kantelpunt was, die een verandering in gang heeft gezet.

In the belly of the whale
In verhalen is er ook altijd een kantelpunt een vóór en een . De held of de hoofdpersoon wordt met iets geconfronteerd en belandt – door eigen toedoen of door toedoen van iemand anders – in een soort niemandsland, een donker tussengebied. Het oude gedrag biedt geen oplossing meer, de held zit vast en moet ineens uit een heel ander vaatje te tappen om een oplossing te vinden voor de problemen. En daar precies ligt de mogelijkheid de schat te ontdekken of te bevrijden. We zien dat terug in de Divina Commedia van Dante (Halverwege de reis van mijn leven werd ik wakker in een donker bos en de rechte weg was geheel verloren), we zien het terug in de Odyssee, waarin verteld wordt dat Odysseus vast komt te zitten, tegen wordt gewerkt, steeds weer te maken krijgt met tegenwind en tegenspoed, we zien het in de Exodus, waarin het volk Israël 40 jaar lang door de woestijn moet akkeren, we zien het in Jona in de Wallevis en ga zo nog maar even door.

Nu in coronatijd, hebben we mondiaal te maken met zo’n tussengebied. Corona heeft ons achtergelaten in een donker bos, in the belly of the whale, en hoe we hier uitkomen, daar verschillen de meningen over. Het ongewisse zorgt voor ongeduld, spanning en tegenstellingen; mensen zijn boos, verdrietig, wantrouwig. Er zijn mensen die de weg willen wijzen, maar die tasten soms ook in het duister. Niemand weet precies hoe lang dit nog gaat duren.

Essentie van het bestaan
Het is bekend dat het Chinese teken voor crisis is samengesteld uit de tekens voor ‘gevaar’ en ‘kans’. In een crisis word je uitgedaagd je te verhouden tot de essentie van het bestaan. Een uitdaging om iets nieuws te leren of te ontdekken. Een crisis is daarom altijd een waterscheiding tussen het oude en het nieuwe bewustzijn; het oude werkt niet meer en het nieuwe moet nog uitgevonden worden.

Wat we van Craig Foster kunnen leren is dit:

Als we het niet meer weten, kunnen we ervoor kiezen ons naar binnen te richten, daar waar het stil en vertrouwd voelt.

We kunnen ervoor kiezen diep te duiken en het onbewuste onderzoeken.

We moeten bereid zijn soms wat langere tijd rond te zwemmen in het ‘onbekende’.

We kunnen ons verwonderen en verbazen over wat de natuur ons te vertellen heeft.

We kunnen ons openstellen voor toeval.

We zwemmen collectief door een donker onderwaterbos, we moeten net als Foster soms onze adem extra lang inhouden. We moeten volhouden en vertrouwen houden. Hoe het er straks uit gaat zien, hoe wij genezen, hangt in hoge mate af van hoe we ons opstellen. Want verhalen leren ons ook: als de hoofdpersoon niet bereid is iets te leren, of iets nieuws in zichzelf aan boren, kan het tragisch aflopen.

Tenzij je dus een octopus ontmoet die je de les van je leven leert.

(c) Mieke Bouma

 

 

 

 

Mijn bubbel echoot slechts mijn eigen waarheid terug

Waarom we de kunst van het niet-weten moeten leren beoefenen

Ik keek naar de Netflix documentaire The Social Dilemma en na afloop voelde ik me moedeloos. De documentaire maakt duidelijk hoezeer de sociale media een gevaar vormen voor onze samenleving. De diverse platforms en hun sneaky algoritmes maken ons verslaafd; we dolen alleen nog maar rond in onze eigen bubbel en krijgen slechts onze eigen waarheid keer op keer terug-geëchood.
The Social Dilemma gaat over de impact die een groepje ingenieurs uit Silicon Valley heeft op de manier waarop we denken en handelen. Door sociale media gaan complottheorieën viral, worden meningen als feiten gepresenteerd, ontwikkelen tieners ernstige mentale problemen en is er een enorme hoeveelheid aan desinformatie en nepnieuws te vinden. Dat alles veroorzaakt chaos, verdeeldheid en wantrouwen.

Lees meer

Hoe de ziekten in de wereld kwamen

Een oud verhaal van de Cherokee (aangepast naar deze tijd)

 

 
Ooit was er een gouden tijdperk waarin mensen, planten dieren en Moeder Aarde in harmonie samenleefden, met elkaar communiceerden en elkaar respecteerden. Alles verliep volgens de natuurlijke wetten.
 
Maar de mensheid groeide en bepaalde op een zeker moment dat hij de baas mocht spelen over de dieren en natuur. De mens begon met het slachten en het opeten van de dieren, puur voor eigen gewin. Ook begon hij in het wilde weg bomen te kappen en het water te vervuilen. 
De dieren keken dit met lede ogen aan, probeerden de mensen op allerlei manieren te waarschuwen, maar de mens bleek doof en hardleers. Na een tijdje ging het zo slecht met de natuur dat de dieren besloten steviger maatregelen te treffen.
 
Op een dag kwamen alle dieren van de prairie bijeen in vergadering om te bedenken hoe ze mensheid een lesje konden leren.
Een oude wolf zat de vergadering voor en stuurde de dieren per soort in groepjes uiteen om te bedenken hoe ze de mensheid konden straffen. Na een tijdje bespraken ze hun plannen.
De beren besloten hun klauwen en tanden te gebruiken, de muggen wilden bloed opzuigen en gif achterlaten om zo ziekten te verspreiden, de slangen bedachten hoe ze met een giftige beet effect konden scoren. Zo kwam het dat de kwallen uit de zee, de inktvissen, de roofvogels, de insecten allemaal op hun eigen wijze ziekten bedachten om deze onder de mensen te verspreiden in de hoop dat de mensheid wakker zou worden en zou inzien dat hij met meer respect voor de natuur zou moeten gaan leven.
 
Eeuwen gingen voorbij. De mens bleek hardleers en ging onverminderd door met het kappen van de bomen, het plunderen van de aarde en het leegvissen van de zeeën. Moeder Aarde kreunde en de mens raakte steeds meer geobsedeerd door het ongebreidelde consumeren.
Ten einde raad besloot een groep gekooide vleermuizen in China een nieuwe, zich snel verspreidende en moeilijk te controleren ziekte te creëeren en dit via een snel muterend virus over te brengen op de mens door samen te werken met een groep gevangen schubdieren. Het virus verspreidde zich razendsnel over de hele  wereld en liet deze tot stilstand komen. De mensen schrokken en hielden even op met consumeren. Met als gevolg dat het gelijk weer een stuk beter ging met moeder Aarde. De lucht werd schoner, de natuur herstelde zich. 

Heel even leek het erop dat de mensen nu eindelijk inzagen wat hun impact op de aarde was. De dieren hoopten dat de mens zich nederiger zou opstellen.
Maar helaas. Daarvoor was de mens te boos, te verwend en te ongeduldig. Men begon al snel weer te vliegen, te consumeren, te feesten, te shoppen alsof er niets gebeurd was.
Toen de dieren dit zagen, wisten ze dat het tijd was voor een finale aanval.
(c) Mieke Bouma
 
 

O ja joh?

Kun je onzekerheid verdragen?

Ken je die Rotterdammers die zo lekker ironisch met “O ja joh?” reageren als je ze iets vertelt? Er zit iets van ongeloof in, van nieuwsgierigheid, maar het laat de zaak ook lekker open. Het kan waar zijn, maar misschien is het ook wel allemaal onzin.

Nu het coronadebat meer en meer polariseert, heb ik steeds vaker de neiging om O ja joh? te zeggen. Als antwoord op al die mensen die allerlei slordig bij elkaar verzamelde berichten posten over hoe het ‘echt’ zit en daarmee beweren de waarheid in pacht te hebben. En als reactie op iedereen die het woord staatsterreur in de mond durft te nemen als ze de Nederlandse regering bedoelen, terwijl in Wit Rusland de mensen gemarteld worden.

Wie heeft er gelijk?


Het is duidelijk dat we in tijden van verwarring en chaos graag zekerheden hebben. Maar ja, zekerheden bestaan niet. Daarom komt het juist in deze tijd aan op moed en wijsheid toe te geven dat je het ook niet precies weet, en dat dat ongemakkelijk voelt.

Ik refereer even aan het Archetype De Wijze. Deze heeft als kwaliteit dat hij altijd op zoek is naar de waarheid, naar nieuwe inzichten. Zijn schaduwkant is echter dat hij gaat beweren de waarheid in pacht te hebben. Dan wordt het een betweter die zijn gelijk wil halen.

Ooit las ik een grappige vergelijking over het verschil tussen wetenschap en religie. De wetenschapper ontwikkelt een hypothese en toetst die aan de werkelijkheid. Als de feiten niet blijken te kloppen, verwerpt hij de hypothese en bedenkt een andere. Bij een gelovige is het precies andersom. Die heeft een hypothese en als de feiten niet kloppen met de hypothese worden ze verworpen, maar aan de hypothese houdt men vast. Een discussie met iemand die ergens heilig in gelooft, heeft dus geen enkele zin.

Limbisch brein


Ergens in willen geloven en daaraan vasthouden vindt zijn oorsprong in het zoogdierenbrein. Deze ‘limbische’ hersenen hechten meer waarde aan indirect bewijs en wat men voor waar houdt, dan aan de waarheid zelf. Ik heb ooit eens gelezen dat mensen die gevoelig zijn voor religies, goeroes, sektes en complottheorieën een trauma hebben opgelopen in de hechtingsfase. Maar dit laatste weet ik niet zeker, want ik ben geen expert.

Dat limbisch brein is trouwens ook het domein van verhalen en overtuigingen. Verhalen zijn aantrekkelijk omdat het limbisch brein zo graag iets wil geloven en geen onderscheid maakt tussen een echte en een ingebeelde gebeurtenis. Vandaar het louterende en helende effect van verhalen, ook wel de catharsiswerking genoemd, de ‘loutering van de ziel’ puur door inbeelding. Die inbeelding is enorm krachtig en kan werelden tevoorschijn toveren, maar heeft dus ook een schaduwkant. Het is ook Maya, het domein van de illusie, de valse goden, de praatjesmakers en de misleidingen.

In mijn werk als storyteller wijs ik altijd op de gevaren van aantrekkelijk vertelde verhalen omdat deze – met dezelfde principes als waarmee je een integer verhaal maakt – ook makkelijk misleidend en polariserend kunnen zijn. Vooral in verwarrende tijden als deze zouden we daarom niet alles maar voor zoete koek moeten aannemen. Chaos en verwarring vormen een uitstekend voedingsbodem voor valse profeten en demagogen. Dat heeft de geschiedenis al vaak bewezen.

Ommekeer
En natuurlijk. Het ‘niet weten’ is als varen door dichte mist en zeer ongemakkelijk. De Reis van de Held, de oerversie van alle verhalen, waar ik bij de Storytelling Academy veel aandacht aan besteed, leert ons dat ‘het niet weten’ vaak het punt van ommekeer is omdat alles wat bekend is moet worden losgelaten. De crisis luidt de scheiding in tussen het oude en het nieuwe bewustzijn. Het is het moment dat Jona in de buik van de walvis zit, dat Hans dreigt te worden opgegeten door de heks, dat Daniel in de leeuwenkuil wordt geworpen, dat Odysseus door de cycloop gevangen wordt gehouden. Het is De Toren in de Tarot, het donkere bos waar – om met Dante te spreken – de rechte weg geheel verloren lijkt. Liminal space. Wat nu?


Volgens Otto Scharmer (Theory U) komt het tijdens de crisis, daar onder in de ‘U’ aan op ‘aanwezig’zijn, ‘presencing’. Stilzitten en meebewegen met wat er ‘wil’ gebeuren. Deep listening. De vraag is of dat lukt. Of we in staat zijn onzekerheid te verdragen en erin te verblijven en af te wachten welke waarheid in onszelf oprijst.

Wie weet is Corona nog maar het begin van een veel grotere transitie. Misschien moeten we nog veel meer offeren, meebewegen en loslaten om beelden van een nieuwe wereld te laten ontstaan. Ik weet het niet.

Daarom roep ik op tot #ojajoh?

P.s. Bij de Storytelling Academy leren we hoe verhalen in elkaar zitten, hoe ze werken, wat goed vertelde verhalen zijn, hoe je verhalen kunt inzetten, hoe je manipulatieve verhalen kunt onderscheiden van waarachtige verhalen. Bezoek onze site….

© Augsutus 2020 – Mieke Bouma

 

Zijn we klaar voor de metamorfose?

metamorfose

Eind juni. Ik zit voor het eerst weer eens in de trein – met een mondkapje op – en luister onbedoeld mee met het telefoongesprek van de man achter mij.
‘Wat zeg je? Echt? 150 euro retour? Wow! Nou, dat gaan we dus gewoon lekker doen! Zin in! Twee weken Madeira!’
We rollen een station binnen, de man staat op en verlaat jubelend de coupe, blij met zijn goedkope vliegticket.
Als de trein weer verder rijdt, kijk ik even op Facebook. Mijn tijdlijn staat vol met verontruste meldingen en oproepen tot petities.
De cultuursector roert zich, het zorgpersoneel voelt zich verraden, ZZP’ers zitten zonder inkomen. De politie beklaagt zich over het feit dat ze gebasht worden. Dan zijn er nog de coronaontkenners, die beweren dat corona gewoon een simpel griepje is en dat de maatregelen waanzinnig zijn. Anderen vrezen dat ons democratisch bestel ten grave gedragen wordt. Weer anderen roepen ‘terug naar normaal’. Er is woede, onvrede, verdeeldheid.
Het volk roert zich.
Ikzelf heb even geen idee wat ik overal van moet vinden. Ik heb geen mening, geen antwoord, maar vooral vragen. Ik voel een soort weemoed en verlangen naar het begin van de coronatijd, naar de stilte, de eenvoud…

Lees meer

Verblijven in niemandsland

Inkeer in tijden van Corona

De Wereld draait niet meer door. Heel veel is stilgevallen. Nu na twee en een halve week is de sociale isolatie het nieuwe normaal aan het worden. Je went eraan dat mensen je in de winkel ontwijken als een melaatse, dat de straten en de pleinen leeg zijn. We zijn massaal aan het videobellen, sturen lollige en troostrijke filmpjes rond, maar worden intussen heen en weer geslingerd tussen hoop en vrees. We proberen er iets van te maken. Maar hoe lang gaat dit nog duren? Langzaam dringt het besef door dat deze toestand nog lang niet voorbij is en dat de impact op ons werk en leven groter zal zijn dan we nu kunnen bedenken.

Liminale tijd
Wat we er ook van vinden, hoe onze respons ook is, duidelijk is dat we in liminale tijd leven, in een overgangsfase, ook wel een passage genoemd. Deze mondiale ziekteperiode is een schemergebied tussen twee werelden, de fase waarin we niet meer in het oude land zijn maar ook nog geen zicht hebben op het nieuwe. In grote en oude verhalen is dit tussenland een bekend fenomeen. Denk aan het volk Israel dat, na de uittocht uit Egypte veertig jaar door de woestijn trok op weg naar het beloofde land, denk aan Odysseus die zo graag naar huis, naar Ithaka, wilde varen, maar werd tegengehouden de goden, denk aan Dante, die verdwaalde in een donker bos. Het verblijf in niemandsland roept uiteenlopende gevoelens en reacties op en is een psychologische beproeving, want het doet ons beseffen wat van waarde is en wat niet.

Lees meer

De macht van het Virus

Crisis of Wake up call?

Ken je het vlindereffect? De fladderende vleugels van een vlinder in Brazilië kunnen een tornado veroorzaken in Texas. Een treffende metafoor voor de chaos waar we momenteel wereldwijd mee te dealen hebben. Een klein onzichtbaar, zich razendsnel verspreidend virus, waar we eerst nog wat lacherig over deden, ontwricht inmiddels de wereld. Het is crisis op vele fronten.

Controle
We dachten dat we als mensheid de controle over zo’n beetje alles hadden, dat wij grenzen en regels konden aanbrengen, dat we de boel op orde hadden, maar dat blijkt ineens een gigantische vorm van zelfoverschatting. Het virus is oncontroleerbaar en dringt overal doorheen, maakt geen onderscheid, erkent geen grenzen, is superklein en onzichtbaar en vooralsnog onbeheersbaar. Dat stemt ons nederig.

Lees meer

Lekker in je pels

Lekker in een T-shirtje in de zon. Het schrale winterhuidje dat maandenlang weggestopt is onder dikke lagen kleding, mag zich weer blootstellen aan zonlicht en buitenlucht en bloeit er van op.

Ons vel, het vleselijk omhulsel van bijna twee vierkante meter, is een supergevoelig orgaan. Het beschermt ons, communiceert met de binnenwereld en de buitenwereld, heeft een direct lijntje met onze organen en toont zich in vele gedaanten: blozend, rimpelig, droog, dor, stralend, vochtig, beschadigd, wit, rood, bruin, pukkelig of naakt.

De huid is als een verhalenboek met tal van stories over leeftijdsfases, tekorten, stress, disbalans, organen, over vreugde, verdriet, zorgen, pijn en verwondingen en verlangen. Littekens, gloeiende wangen, dode vingers, kippenvel vertellen hoe het met ons gaat. We zweten bij inspanning, krijgen pukkels of uitslag als we ergens niet tegen kunnen, blozen bij verlegenheid of trekken wit weg. De huid is bovendien een sterk lustopwekkend orgaan; geen opwinding, geen verlangen zonder huidcontact. Indrukken van binnen én van buiten vertalen zich in het landschap van de huid en spiegelen de ziel.

Zit je lekker in je vel? Lang niet altijd natuurlijk. De huid verraadt altijd wanneer er disbalans is.

In De Ontembare Vrouwvan Clarissa Pinkola Estes lees ik het verhaal Zeehondenhuid, zielenhuidwaarin een jonge zeehondenvrouw haar beschermende, glanzende zeehondenpels kwijtraakt. Het verhaal vertelt ons dat zeehondenvrouwen zich af en toe van hun pels ontdoen en naakt dansen op de rotsen. Een man die daar getuige van is, steelt de huid van een van hen en maakt daarmee de zeehondenvrouw afhankelijk van hem. Pas na zeven jaar zal ze haar huid terugkrijgen en mag ze terugkeren naar haar soortgenoten. Ze krijgen een kind, maar het lichaam van de vrouw begint al snel uit te drogen en te vervellen. Ze verliest haar jeugd en begint te verschrompelen, haar ogen worden doffer tot ze blind is. Gelukkig vindt ze op een dag haar huid weer terug en kan ze terugkeren naar de zee, naar zichzelf. Dan keert haar gezichtsvermogen weer terug, haar pels gaat weer glanzen en haar lichaam wordt weer rond en mollig.

Kunnen wij onze huid verliezen? Ja. Als we ons laten kapen, onze eigen behoeften op de tweede plaats stellen, als we te veeleisend of te perfectionistisch zijn, onszelf voorbij lopen, als we ontevreden zijn, als we te hard werken, onszelf vergeten, dan verliezen we onze symbolische pels en daarmee bescherming, warmte en intuïtie. Dan is het zaak het contact met de binnenwereld te herstellen en de (zielen-)huid weer terug te vinden.

Blijf daarom dicht bij je pels en zorg er goed voor.

Deze column verscheen in 2018 in Yoga International

De adelaar en de Condor

Waar de Adelaar en Condor
Hoofd en Hart
samenkomen
wordt nieuwe harmonie geboren
op een uitgeputte Aarde
er groeien weer bloemen
dieren vinden hun weg
en mensen verbinden zich
in liefdevolle overgave 

Er is een oude Inca-profetie die meldt dat wanneer de Condor en de Adelaar weer samen vliegen in het luchtruim, de Aarde zal ontwaken, de wereld weer in balans zal komen en er vrede zal heersen.

Volgens de oude profetie is in het verre verleden de mensheid verdeeld geraakt. Er is een scheiding ontstaan tussen enerzijds het pad van de Condor, de weg van het hart, de intuïtieve geest en het mythisch bewustzijn en het pad van de Adelaar, de weg van het brein, de rationele geest en het meesterschap over de materie anderzijds. Een schisma tussen denken en voelen, hoofd en hart, mannelijke waarden en vrouwelijke waarden.

Misschien is de roep om verhalen daarom de laatste tijd zo luid. Verhalen gaan bij uitstek over die verbinding. In verhalen zoeken we naar die harmonie, naar dat nieuwe evenwicht, naar de vrede, het helend medicijn, de verbinding tussen hoofd en hart.

Volgens de voorspelling zouden rond 1490 de twee paden elkaar nog een maal kruisen, waarna de adelaar de condor tot aan het punt van uitroeiing zou brengen. 1490 was de tijd van Columbus, het begin van de kolonisatie van het wilde westen.
De profetie kondigt een nieuw tijdperk aan, waarin de adelaar en de condor weer samen door het luchtruim vliegen. Het tijdperk zal aanbreken na ca. 500 jaar. Vanaf de laatste eeuwwisseling is dit proces dus al gaande.

De condor kun je zien als vrouwelijk, mythisch symbool. Het is een grote gier met een vleugelspanwijdte van wel meer dan drie meter. Die spanwijdte symboliseert de geestkracht die de condor moeiteloos optilt en hoger en hoger laat stijgen met de opstijgende wind in het Andesgebergte. Daar zweeft zij moeiteloos tussen de bergtoppen op zes tot tien kilometer hoogte, één met het Geheel, één met de natuur. De Condor is de boodschapper van de Spirit, de rechterhand van evolutie. Zij brengt het visioen, de kracht en de energie van de wereld die komen gaat.  Zij is de aaseter, en verbindt dood met leven. Ze is één met het Geheel, met de stilte, de ziel….

De adelaar heeft een andere kwaliteit.  De adelaar vliegt ook hoog en ziet een muis op één kilometer hoogte, maar hij is de jager, verbonden met een gerichtheid, een doel.  De adelaar is verbonden met het richtinggevende licht, de bestemming, de visie, de focus, de mannelijke kwaliteit.

De adelaar en de Condor, twee kanten van de medaille.

Als Storytellers laten wij de Condor en de Adelaar samen opvliegen. Een goed verhaal zorgt altijd voor een huwelijk tussen gevoel en ratio.

 

 

 

 

‘Amor Fati, hups daar gaat ie…’

Getroffen was ik door de speech van de moeder van Heather Heyer, een jonge vrouw die bij de gevechten in Charlottesville om het leven kwam door het geweld van Nazi’s. Haar verdrietige maar dappere mamma stond daar een paar dagen na de dood van haar prachtige dochter voor een zaal en sprak verbindende woorden, woorden van liefde en zingeving. Haar speech liet ons weten dat de dood van Heather niet voor niets was geweest.

‘They tried to kill my child to shut her up. Well guess what? You just magnified her’.

Heather was iemand die streed voor een betere wereld, iemand die volgens haar moeder niet alleen fel, geëngageerd was maar ook zorgzaam en vol mededogen. Ze streed voor een betere wereld en iedereen die haar kende zei : ja, dit einde paste bij haar.

Ik weet niet hoe ik zou reageren als ik in haar schoenen zou staan.

Lees meer