de Grote Geest heeft een idee gebaard
Het tilt mij op
en geeft mij vaart
Het vuur van het plan
De goddelijke puls
Zingt een wereld in mij wakker
De energie van het idee
Brengt actie met zich mee
Gedichten n.a.v Tarot
Het Rad van fortuin
‘See the world spinning round’
Het lot neemt nu een wending
Zomaar voor je neus
Als je denkt dat kan niet
Vrouw Fortuna laat geen keus
Ze spiraalt je – hup – naar boven
Naar een nieuwe, and’re tijd
Voorbij nu de voorspelbaarheid
Heus geen fictie maar een feit.
Hou je nu, mijn lieve kind
Eenvoudig vast aan de wind
Laat dan vervolgens alles los
En kijk eens wat je vindt.
‘Wie ben ik en waar ben ik naar toe op weg’… vragen die iedereen zich wel eens stelt. Het is als dwalen door een donker bos, op zoek naar… Ja, naar wat eigenlijk? En is er iemand die je de weg wijst?
In het Oost-Europese sprookje Vasalisa de Wijze krijgt Vasalisa op het sterfbed van haar moeder een klein lappenpopje. Dit popje moet ze met regelmaat wat eten geven en dan kan ze altijd om raad of hulp vragen, belooft haar moeder.
Niet lang daarna hertrouwt Vasalisa’s vader en de stiefmoeder en stiefzussen treiteren Vasalisa en laten haar sloven.
Op een dag, als het vuur in huis is uitgegaan, sturen ze haar het bos in, om een gloeiend stuk kool halen bij de boosaardige heks Baba Jaga.
Onderweg in het pikdonkere bos, vraagt Vasalisa steeds aan het popje welke kant ze op moet en zo arriveert ze bij de hut van Baba Jaga, een angstaanjagend wezen in een hut op kippenpoten en met grendels op de deuren van mensenvingers.
Vasalisa vraagt een kooltje vuur aan Baba Jaga, maar moet van haar eerst een aantal taken vervullen: het erf en het huis vegen, beschimmeld mais van goede mais scheiden, maandzaadjes van de aarde scheiden. Ook stelt Baba Jaga haar moeilijke vragen.
Gelukkig helpt het lappenpopje haar steeds de juiste antwoorden te geven en alle taken moeiteloos te voltooien.
Pas dan krijgt ze van Baba Jaga een schedel op een stok met daarin gloeiende kooltjes om mee te nemen. Triomfantelijk loopt ze met de schedel door het bos naar huis. Haar pad wordt nu verlicht. Als de stiefmoeder en stiefzusjes haar zien aankomen, rennen ze op haar af en trekken de schedel met gloeiende kooltjes uit haar handen.
Maar het vuur in de schedel verbrandt hen en ‘s morgens is er van de stief-familie alleen nog maar een hoopje as over.
Dit verhaal gaat over de ‘zegen’ van de intuïtie, gesymboliseerd door het popje. Dit intuïtieve vermogen dat we met ons meedragen, wijst ons altijd de weg. Maar het kan uit zicht raken als het niet gevoed wordt. Dan is er werk aan de winkel. We moeten op pad, dwars door de duisternis, schoon schip maken, het één van het ander leren onderscheiden voordat we ‘verlicht’ terug kunnen keren en korte metten kunnen maken met dat wat ons de hele tijd dwarsboomt.
© Mieke Bouma
Deze column verscheen in Yoga International mei’24:
‘Vind je ware natuur!’ kopte de folder voor de yogaretraite die ik in handen kreeg. Interessante belofte, dacht ik, maar kan die belofte waargemaakt worden? Waar bevindt die ware natuur zich dan? Wat is eigenlijk je ware natuur? Kun je hem te pakken krijgen?
Best een ingewikkelde vraag, vergelijkbaar met vragen als: ‘Wie of wat kijkt er door mijn ogen? Of: wat is het geluid van één klappende hand?
Zoeken naar je ware natuur is een paradox. Alsof hij ergens buiten jezelf bestaat en je er je best voor moet doen hem te pakken te krijgen. Zoiets als een mug op je slaapkamer, die in het donker rond je hoofd zoemt, maar verdwenen is als je het licht aandoet.
Er is een mooi filmpje van Michael Dudok de Wit The Monk and the Fish over een monnik die zo graag een vis wil vangen en echt van alles doet om de vis te pakken te krijgen. Met een hengel… met een visnetje… hij studeert…hij bidt… hij zet hulptroepen in… hij ligt ervan wakker… maar wat hij ook doet, de vis ontglipt hem keer op keer. Hij wordt er wanhopig van. Totdat hij het op een goed moment opgeeft! En jawel… dan gebeurt het. Hij laat het streven los, vindt de vis en wordt één met de vis. Hij vindt eindelijk verlichting.
Volgens de zenboeddhisten kan iedereen verlichting bereiken en één worden met de ware natuur. Maar pas als je je realiseert dat zoeken je er verder van afbrengt. Pas als je niets meer najaagt vind je het.
Zoals de monniken die bij de Boeddha kwamen en wilden weten wat de ware natuur nu eigenlijk was. Ze stelden hun vraag, waren benieuwd naar het antwoord, maar de Boeddha zweeg. En zweeg. En zweeg. De monniken keken elkaar niet begrijpend aan. De Boeddha bleef zwijgen. Tenslotte hield hij een bloem omhoog. De monniken begrepen het niet, maar er was één monnik, Mahakasyapa bij wie een glimlach op het gezicht verscheen. En de Boeddha zag dat hij het begrepen had.
Dus… je ware natuur vinden tijdens een retraite? Denk maar niet dat je iets vindt. Je vindt… niets.
Mischa Verheijden van Re-Story interviewde mij n.a.v. mijn boek Leren dansen met de draak.
-door Mischa Verheijden
De kernboodschap van de mythen en verhalen die mensen elkaar door de eeuwen heen hebben verteld is dat eerst iets moet vastlopen of stagneren voordat we bereid zijn dieper te duiken en ons perspectief te verschuiven. Dramaturg, scenarioschrijver en oprichter van de Storytelling Academy Mieke Bouma bundelt in Leren dansen met de draak mythen en verhalen over het omgaan met een crisis: “Verhalen leren je hoe je jezelf kan vernieuwen en vooral hoe je vertrouwen kan houden in moeilijke tijden.”
“Als kind was ik al dol op verhalen en sprookjes en ik had gelukkig een moeder die dat ook was. Zij las me heel veel mythen, sprookjes en bijbelverhalen voor.
Ik had al snel door dat die verhalen boodschappen bevatten en dacht na over de betekenis ervan: waarom heeft de schrijver dit erin gezet? Van jongs af aan had ik ook het idee dat ik zelf verhalen kon maken en ik begon dus al vroeg met schrijven en het bedenken van verhalen.
Ik heb daar mijn vak van kunnen maken. Op de theaterschool raakte ik geïnteresseerd in hoe je betekenis kan creëren met de stukken die je brengt. Het zoeken naar betekenis vind ik een heel mooi proces.”
Met Leren dansen met de draak: mythen en verhalen over omgaan met een crisis vat Mieke Bouma perfect de tijdgeest, omdat juist in de huidige chaotische crisistijd veel mensen het gevoel hebben hun betekenis te zijn verloren.
‘Wat wordt hier geboren en wat gaat hier dood?’ Dat is de vraag die je volgens psycholoog en sjamaan Alberto Villoldo moet stellen als er sprake is van een crisis. Een crisis kondigt een overgangsfase aan naar een nieuwe status quo. Het oude is voorbij, maar het nieuwe is nog niet in zicht. En in dat ‘tussenland’ is alles onzeker en mistig. Lastig voor veel mensen. Toch kan op het donkerste punt ineens het licht aan gaan. Daarover dit verhaaltje:
Een pasgeboren tijgertje, wiens moeder tragisch om het leven komt, wordt opgevangen en gevoed door een kudde geiten. Het tijgertje krijgt geitenmelk, leert blaten als een geit en groeit op in de kudde. Met de geitenjonkies speelt hij op de berghelling en weet niet beter dan dat hij een geit is.
Op een dag wordt de kudde beslopen door een wilde tijger, die zijn zinnen heeft gezet op een lekker geitenbokje. De tijger is verbaasd als hij tussen de geiten een tijgertje ziet. Hij sluipt dichterbij, grijpt het tijgerjong in zijn nekvel en rent ermee weg.
Het tijgerjong is bang. Hij weet dat tijgers geiten eten en vermoedt dat zijn laatste uur geslagen is.
De tijger sleurt het angstige tijgerjong mee naar een bergmeertje en houdt het dier boven het spiegelende water. Het tijgerjong is verbaasd als hij de weerspiegeling ziet. Hij ziet een tijger en geen geit!
Op dat moment verschuift er iets vanbinnen. Hij ontdekt zijn ware tijger-zelf en laat een indrukwekkende tijgergrom horen die tot in de verre omtrek klinkt.
De grote tijger laat het tijgertje naast zich op de grond zakken. Samen trekken ze verder en doen wat tijgers te doen hebben.
De innerlijke verschuiving van beperkt ‘geitenbewustzijn’ naar de ontdekking van het ware ‘tijgerzelf’ kan zomaar in één klap kan plaatsvinden en vindt plaats op het spannendste, moeilijkste en meest onzekere moment. Het is overweldigend en transformerend. Het tijgertje kan na de ontdekking nooit meer terug naar zijn oude zelfbeeld.
Dat is waar een crisis toe kan leiden. Een innerlijke verschuiving, een nieuw perspectief op het leven, een ongekende kracht die aangeboord wordt, een ander zelfbeeld en een heel nieuw verhaal. Een catastrofe kan de innerlijke tijger – de grootsheid – in onszelf wakker maken.
(Dit verhaal komt uit mijn boek: Leren dansen met de draak. Mythen en verhalen over omgaan met een crisis)
© Mieke Bouma
Een tijdje geleden – na een bezoek aan Sevilla – ging ik op flamenco-les. Ik had daar in Spanje op een klein hout podium stomende en briesende flamencodanseressen gezien en dat wilde ik ook.
Met de in Sevilla gekochte flamencoschoenen en een uit mijn klerenkast geviste lange bloemenrok toog ik naar mijn eerste les. Nou, dat viel tegen. De elektrificerende, woeste dans liet op zich wachten. Ik zat te veel in mijn hoofd. Een pasje zus, het hoofd zo, de armen weer zus…
Ik volgde braaf de lessen, maar warempel, tegen het einde gebeurde er iets. Ik was uit mijn hoofd, ín de dans… Een fractie van een seconde ervoer ik hoe het lichaam de spirit – de wilde natuur – kon laten dansen, het denkende brein voor even werd uitgeschakeld en er iets van euforie ontstond.
En wég was het weer.
Dansen herinnert aan vervoering en trance, we willen dansen om te ontsnappen aan de beperkingen van het lichaam, om de stof ontstijgen; we willen de geest uit de fles. Maar om de danskunst echt meester wilt worden, ver voordat je de extase kunt ervaren, komt het aan op oefenen, lichaamsbeheersing, zwoegen en zweten.
Wil het lichaam het kunnen fungeren als kanaal voor pure energie, dan moet het getraind, net als bij vechtsporten en yoga.
Als kind hield ik van het sprookje ‘Het meisje met de rode schoentjes’. Dit meisje wilde ook zo graag dansen, maar omdat dansen verboden was, gingen de schoentjes een eigen leven leiden en sleurden haar in een ongecontroleerde woeste trance-dans richting een huiveringwekkend einde. Haar voetjes werden afgehakt.
Soms blijft de geest in de fles, dan is er geen dans, soms is de geest uít de fles dan is er trance, maar het gaat natuurlijk om een perfect spel tussen geest én fles. Dat is dans.
Oefenen dus maar.
© Mieke Bouma
(dit verhaal verscheen als column in 2019 in YI-magazine)
In ‘De kleine Campbell’ biedt Mieke Bouma een heldere samenvatting van ‘De held met de duizend gezichten’, het beroemde boek van Joseph Campbell uit 1949. Campbell bestudeerde religieuze, spirituele, mythologische en literaire klassiekers en verrijkte de wereld met zijn inzichten over ‘de reis van de held’ en wat wij daar als moderne mens van kunnen leren. Zijn theorie werd een inspiratiebron voor vele schrijvers, filmers, kunstenaars, filosofen en psychologen van over de hele wereld en de levenslessen en inzichten die hij deelt, zijn nog steeds actueel. In ‘De kleine Campbell’ belicht Campbell-kenner Mieke Bouma de diverse stadia van de heldenreis met voorbeelden, verwijst ze naar ander werk van Joseph Campbell en bespreekt ze welke betekenis Campbell in deze tijd heeft. In een tijd waarin veel verandert, en we op de proef gesteld worden trouw te blijven aan onszelf en tegelijk van waarde te zijn voor de wereld, is de heldenreis actueler dan ooit.
Mijn nieuwe boek is van de drukker gekomen! Ik ben er blij mee en ik hoop dat de mensen die het lezen het mooi vinden, er inzichten aan ontlenen dan wel zich getroost of gesterkt voelen. Ik schreef het boek tijdens de lockdown begin dit jaar, een periode die bij velen van ons een crisis-achtig gevoel opriep.
In het echte leven komt een crisis nooit gelegen. Maar in verhalen smullen we ervan, omdat precies in de crisis de transformatie plaatsvindt of kan plaatsvinden. Een crisis in verhalen boort iets nieuws aan in de hoofdpersonages. Ze leren uit een ander vaatje tappen. Zet ontdekken iets nieuws, integreren iets, nemen afscheid van oude belemmerende zaken.
In een crisis moet je – zoals Alberto Villolodo dat zo mooi zegt: ‘Eerst de brand blussen en vervolgens kijken wat er geboren wil worden.’
Lees vast de inleiding in dit boek en bestel het boek bij je plaatselijke boekhandel!
In de voetsporen van mijn moeder
Op 10 augustus j.l is mijn bijzondere moedertje op 90-jarige leeftijd overleden. Ze heeft zich als een vlinder aan haar cocon ontworstelt. Haar immer levendige geest heeft zich van haar vermoeide, gepijnigde lichaam bevrijd.
We hebben afgelopen zaterdag afscheid van haar genomen, en haar leven gevierd. We hebben uiting gegeven aan de liefde die we voor haar voelen en zijn dankbaar voor alles wat ze ons geschonken heeft.
Ze was grootmoeder en oeromi van onze familieclan en een van de laatsten van haar generatie die nog in leven was.
Ze beschikte over wijsheid, een groot gevoel voor humor, was altijd belangstellend en niet-oordelend. Haar stem klonk tot op het laatst helder en vrolijk. Ze gaf al haar kinderen en kleinkinderen het gevoel dat zij met haar een heel bijzondere band hadden.
Ze kon overigens ook woedend zijn om onrecht en geweld, gaf om het welzijn van haar naasten en om die van de planeet, maar ze kon ook koppig zijn, ongeduldig en driftig.
Ze heeft in de loop van haar leven een heleboel innerlijke wijsheid en kennis opgedaan en had een grote spirituele belangstelling. Ze benaderde iedereen belangstellend en stelde zichzelf nooit centraal. Ze probeerde zich altijd in te leven in het standpunt van anderen. Ze heeft haar persoonlijke levenservaringen en -verhalen benut als kansen om te groeien. Ze was idealistisch, positief, optimistisch en altijd in voor iets nieuws. Cynisme was haar vreemd. Ze deed tot voor kort aan yoga en Tai Chi. Ze verslond kilometers boeken en was altijd in voor een nieuw perspectief.
In mijn jonge jaren, als puber, hippie en adolescent heb ik met haar gestreden en veel van de heilige huisjes waar zij mee was opgevoed, ingetrapt. Dat vond ze moeilijk, maar later zei ze dat ze ook daar veel van geleerd heeft. Ik heb met haar heel vaak heel hard gelachen. Zo hard, dat we in onze broek plasten. Dat was verbindend, bevrijdend en genezend. Vooral als we moesten gieren van de lach om onze eigen dwaasheden en pijn.
Nu zij, als stamoudste en verbindende, vrolijke weefster het levens-web – dat ze zelf heeft gesponnen – heeft verlaten, voel ik dat er een taak op mij rust.
Ik ben al ruim drie jaar oma van twee prachtige kleinkinderen. En niet eerder voelde ik het zo, maar de rol van stamoudste vraagt nu om aandacht. Ik ben niet langer de dochter van, maar de moeder en grootmoeder van een clan.
Gelukkig heb ik voor het vervullen van die rol een goed voorbeeld. Mijn moeder heeft me de liefde voor verhalen en mythen bijgebracht, en me gewezen op de kracht van symbolen. Ze liet me zien dat, ook al weet je dat je ouder wordt en kwetsbaarder voor ouderdomskwalen er altijd manieren zijn om jezelf te vernieuwen en een innerlijke bron aan te boren. Ook al weet je dat de dood nadert, je altijd zaden kunt planten, iets teruggeven en bijdragen, oprechte belangstelling tonen en liefde verspreiden.
De tijd is beperkt en kostbaar, ik treed nu in de voetsporen van mijn moeder. Ik zal proberen de bron van innerlijke wijsheid aan te boren en van waarde te zijn voor mijn clan.
(c) Mieke Bouma 16 augustus 2021
In Lichtjaren heeft niemand haast (2021) van Marjolein van Heemstra (aanrader) las ik iets wat me trof. Marjolein schrijft: ‘Ik ben bang dat we zo goed worden in het benoemen van wat ons van elkaar onderscheidt dat er straks geen taal meer is om te spreken over wat ons verbindt.’
USP’s
Inderdaad zeg, wat hebben we de afgelopen decennia onder invloed van marketing- en management-theorieën – niet gefocust op onze ‘onderscheidende waarde’. Wat is jouw USP? Waarin ben jij uniek? Wat kan jij als enige? Wat voeg je toe vanuit je unieke zelf? Beslist handig bij branding en marketing, maar niet per se bevorderend voor een gevoel van saamhorigheid. En al helemaal niet in tijden van instabiliteit en onzekerheid.
LEREN DANSEN MET DE DRAAK
Mythen en verhalen over omgaan met een crisis.
Verschijnt dit najaar.
Een crisis komt altijd ongelegen. Het is lastig, pijnlijk, soms zelfs onverdraaglijk als alles ineens op zijn kop staat, als het oude normaal stopt en een nieuwe, onzekere periode aanbreekt. Dat roept onmacht, verdriet en verzet op, en vaak ook de nodige woede. Maar tegenspoed en ellende komen in ieder mensenleven voor. En juist op de moeilijkste momenten leren we onszelf beter kennen, komen we in beweging en boren we iets in onszelf aan waarvan we niet wisten dat we het in ons hadden. Tijdens een crisis zijn we kwetsbaar en onzeker, maar ook ontvankelijker, waardoor er ineens van alles mogelijk is.
Precies dat gegeven vormt de kern van de vele mythen en verhalen die mensen elkaar door de eeuwen heen hebben verteld. Op allerlei manieren laten de helden en heldinnen uit die verhalen ons zien dat de rampen die ons overkomen geen straffen zijn, maar eerder ‘oproepen’ om iets nieuws in onszelf te ontdekken.
Hoe kunnen we leren dansen met de draak? Durven we hem recht aan te kijken, hem te leren kennen? In dit veelzijdige en inspirerende boek onderzoek ik oude mythen en verhalen en beschrijf welke richtingaanwijzers we erin kunnen ontdekken om – juist nu – sterker en bewuster uit de crisis te komen.
Leren dansen met de draak biedt verrassende inzichten en wezenlijke hulp door klassieke verhalen uit de hele wereld te verbinden met de universeel menselijke zoektocht naar zingeving.
Er moet iets sterven voordat er iets nieuws geboren kan worden.
In mijn voortuin zijn de knoppen van de magnolia opengebarsten, de bloesems tonen zich schaamteloos en sensueel, zwaar en zoet geurend. Dwars door de keiharde wintergrond werken plantjes zich weer omhoog en frisgroene blaadjes barsten uit schijnbaar dorre takken. Het vindt weer plaats, het jaarlijkse wonder van vernieuwing en de wedergeboorte.
Ik weet dat dat ieder jaar gebeurt en toch is het mysterieus en bijzonder. Omdat het iets in beweging zet, ook in mijzelf. Omdat het hoopvol is. Omdat het me herinnert aan de eeuwige cyclus van geboorte, dood en vernieuwing.
Lente-offer
In Le Sacre du Printemps (1913) van de Russische componist Igor Stravinsky wordt in verschillende dansuitvoeringen (waarvan die van Pina Bausch mijn favoriete is) een heidens ritueel gedanst waarbij wijze ouderen in een cirkel rondom een jong meisje zitten. Het meisje danst zichzelf dood als offer voor de god van de lente. De muziek zweept op en wakkert een oerkracht aan. De heidense rite was ooit gebaseerd op een collectief besef dat geboorte en dood nauw verbonden zijn. Dat besef zijn wij wellicht een beetje kwijtgeraakt.
Eros en Thanatos
De lente is een creatieve oerkracht en wrikt iets open, herrijst uit de dood. Het is de god Eros die zich toont als tegenhanger van Thanatos, god van de dood en destructie. Waar Eros schept en verbindt en aan de basis staat van elk goed idee, verlangen, nieuw project, nieuw leven of nieuwe liefde, staat Thanatos voor het einde ervan, de dood, de eenzaamheid.
Eros verbindt, Thanatos scheidt. Eros brengt ons in het rijk van de verbeelding en de sensualiteit, Thanatos hakt dit allemaal af en grijnst bij al die hopeloosheid. Hoe verder verwijderd van Eros, hoe dichter we bij Thanatos zijn.
Alleen verbinding leidt tot vernieuwing
Covid-19 gaf Thanatos vrij spel. Afscheiding, ziekte, eenzaamheid, dood en als gevolg daarvan heel veel woede, verzet, onzekerheid en wantrouwen. Gelukkig is Eros is in staat dat open te wrikken en mobiliseert hij creatieve energie, verbeeldingskracht. Eros herinnert ons eraan dat alleen verbinding kan leiden tot vernieuwing.
Het is misschien nog te vroeg om precies aan te geven wat en hoe die vernieuwing eruit gaat zien, maar het lijkt me dat we aan het begin staan van een heel nieuw hoofdstuk.
Lets dance!
Inspiratieloos?
Ik ben met een boek bezig en loop vaak vast. Dan weet ik het even niet meer, vind ik alles wat ik geschreven heb stom en aanmatigend.
‘Ik wacht op Calliope’, roep ik dan. Calliope is een van de negen muzen en dochter van de oppergod Zeus. Haar naam betekent ‘met de mooie stem’ en ze is de muze van het heldendicht, de filosofie en de retoriek. Haar attributen zijn: een schrijfstift, een schrijftafel, een perkamentenrol en een bazuin.
Toch weet ik dat ik niet moet gaan zitten wachten op Calliope. Die gaat mijn writersblock niet voor me oplossen. Dat weet ik best.
Calliope leert ons namelijk: schrijvers schrijven gewoon. Iedere dag. Inspiratie of geen inspiratie. Punt. Ze hebben een tafel, een pen en papier… of een computer. En ze schrijven gewoon.
Veel mensen zeggen: ooit ga ik een boek schrijven! Maar eerst moet ik… de was ophangen, de hond uitlaten, wachten tot de kinderen weer naar school zijn, stom werk doen tot ik met pensioen ga. Of ze zeggen: ik heb geen schrijfplek, ik heb geen tijd, ik heb geen inspiratie.
De tip die ik altijd geef is:
Wacht niet op de muze, begin gewoon, schrijf elke dag, waar je maar kunt. Aan de keukentafel, op de rand van je bed, op een bankje in het bos, schrijf stom, schrijf lelijk, schrijf kort, schrijf lang, schrijf over vroeger, over morgen, over je opa, over het meest gênante, het meest obligate het meest saaie… maar schrijf, schrijf, schrijf…
Dit geschreven hebbende… ga ik weer verder aan mijn boek.
Meer weten over waar mijn boek over gaat? Houd dit blog in de gaten… Binnenkort onthul ik een en ander.
De lessen van een Octopus
Ik keek naar de documentaire My Teacher Octopus, een magische documentaire over een ongelooflijke band van regisseur en cameraman Craig Foster met een wilde octopus.
Aan het begin van de film legt de filmer uit hoe hij door zijn werk een burn-out heeft opgelopen en terugkeert naar de Zuid-Afrikaanse West-Kaap waar hij als jongen woonde en waar hij zich zo thuis voelde in het onstuimige water van de Atlantische Oceaan. Foster is een getrainde zwemmer die minutenlang onder water kan ‘vliegen’ zonder zuurstofflessen. En dáár in die wondere onderwaterwereld ontmoet hij een octopus waar hij geleidelijk aan een soort liefdesrelatie mee opbouwt. Het is onwaarschijnlijk maar echt waar.
De demonen waar hij in het dagelijkse leven mee worstelt verdwijnen als hij onder water duikt. En daar wordt hij één met die wondere wereld onder de oppervlakte en ontmoet hij haar!
Waar je struikelt…
Na afloop moest ik denken aan de bekende quote van Joseph Campbell: Waar je struikelt ligt je schat. Deze Foster was ‘gestruikeld’ in zijn werk en kon niets anders bedenken dan terug te gaan naar zijn roots, naar de plek waar hij zich het meest veilig voelt. En daar begint hij te duiken, onder de oppervlakte terwijl hij niet eens precies weet waar hij naar op zoek is. En precies in dat ‘niet-weten’, daar in die wereld onder de oppervlakte, hervindt hij zichzelf en doet hij een magische ontdekking. De fantastische octopus is de schat die hij vindt en die hem heelt. Aan het einde van de film is hij een ander mens geworden en begrijpen we dat zijn burn-out een kantelpunt was, die een verandering in gang heeft gezet.
In the belly of the whale
In verhalen is er ook altijd een kantelpunt een vóór en een ná. De held of de hoofdpersoon wordt met iets geconfronteerd en belandt – door eigen toedoen of door toedoen van iemand anders – in een soort niemandsland, een donker tussengebied. Het oude gedrag biedt geen oplossing meer, de held zit vast en moet ineens uit een heel ander vaatje te tappen om een oplossing te vinden voor de problemen. En daar precies ligt de mogelijkheid de schat te ontdekken of te bevrijden. We zien dat terug in de Divina Commedia van Dante (Halverwege de reis van mijn leven werd ik wakker in een donker bos en de rechte weg was geheel verloren), we zien het terug in de Odyssee, waarin verteld wordt dat Odysseus vast komt te zitten, tegen wordt gewerkt, steeds weer te maken krijgt met tegenwind en tegenspoed, we zien het in de Exodus, waarin het volk Israël 40 jaar lang door de woestijn moet akkeren, we zien het in Jona in de Wallevis en ga zo nog maar even door.
Nu in coronatijd, hebben we mondiaal te maken met zo’n tussengebied. Corona heeft ons achtergelaten in een donker bos, in the belly of the whale, en hoe we hier uitkomen, daar verschillen de meningen over. Het ongewisse zorgt voor ongeduld, spanning en tegenstellingen; mensen zijn boos, verdrietig, wantrouwig. Er zijn mensen die de weg willen wijzen, maar die tasten soms ook in het duister. Niemand weet precies hoe lang dit nog gaat duren.
Essentie van het bestaan
Het is bekend dat het Chinese teken voor crisis is samengesteld uit de tekens voor ‘gevaar’ en ‘kans’. In een crisis word je uitgedaagd je te verhouden tot de essentie van het bestaan. Een uitdaging om iets nieuws te leren of te ontdekken. Een crisis is daarom altijd een waterscheiding tussen het oude en het nieuwe bewustzijn; het oude werkt niet meer en het nieuwe moet nog uitgevonden worden.
Wat we van Craig Foster kunnen leren is dit:
Als we het niet meer weten, kunnen we ervoor kiezen ons naar binnen te richten, daar waar het stil en vertrouwd voelt.
We kunnen ervoor kiezen diep te duiken en het onbewuste onderzoeken.
We moeten bereid zijn soms wat langere tijd rond te zwemmen in het ‘onbekende’.
We kunnen ons verwonderen en verbazen over wat de natuur ons te vertellen heeft.
We kunnen ons openstellen voor toeval.
We zwemmen collectief door een donker onderwaterbos, we moeten net als Foster soms onze adem extra lang inhouden. We moeten volhouden en vertrouwen houden. Hoe het er straks uit gaat zien, hoe wij genezen, hangt in hoge mate af van hoe we ons opstellen. Want verhalen leren ons ook: als de hoofdpersoon niet bereid is iets te leren, of iets nieuws in zichzelf aan boren, kan het tragisch aflopen.
Tenzij je dus een octopus ontmoet die je de les van je leven leert.
(c) Mieke Bouma
Waarom we de kunst van het niet-weten moeten leren beoefenen
Ik keek naar de Netflix documentaire The Social Dilemma en na afloop voelde ik me moedeloos. De documentaire maakt duidelijk hoezeer de sociale media een gevaar vormen voor onze samenleving. De diverse platforms en hun sneaky algoritmes maken ons verslaafd; we dolen alleen nog maar rond in onze eigen bubbel en krijgen slechts onze eigen waarheid keer op keer terug-geëchood.
The Social Dilemma gaat over de impact die een groepje ingenieurs uit Silicon Valley heeft op de manier waarop we denken en handelen. Door sociale media gaan complottheorieën viral, worden meningen als feiten gepresenteerd, ontwikkelen tieners ernstige mentale problemen en is er een enorme hoeveelheid aan desinformatie en nepnieuws te vinden. Dat alles veroorzaakt chaos, verdeeldheid en wantrouwen.
Onlangs verscheen het Archetypespel, een kaartspel voor zelfonderzoek, training en coaching. Het werd ontwikkeld door Mieke Bouma en vormgegeven door Esther Malaparte. Elk van de twaalf archetypen vertegenwoordigt een aspect in uzelf en helpen u de rode draad in uw levensverhaal te ontdekken en patronen te doorbreken. Ze schreef een toelichting over het onderwerp.
DOOR: MIEKE BOUMA
Albert Einstein bracht eens een bezoek aan een schoolklas. Een jongetje uit de klas vroeg: ‘Meneer Einstein, wat moet ik doen om net zo slim te worden als u?’
Einstein antwoordde: ‘Lees veel sprookjes.’
Een ander jongetje vroeg: ‘Wat moet ik doen om nog slimmer te worden dan u?”
Einstein zei: ‘Lees nog meer sprookjes.’
Albert Einstein geloofde in de kracht van de verbeelding. En ja, met verbeelding kunnen we werelden creëren, ruimtereizen maken, medicijnen en zelfsturende auto’s ontwikkelen, maar ook ontsnappen aan patronen en conditioneringen die onze ontwikkeling belemmeren. Met onze verbeelding en oneindige creativiteit hebben we onze huidige werkelijkheid gecreëerd, inclusief de problemen. Met diezelfde verbeeldingskracht en creativiteit kunnen we een nieuw verhaal schrijven. Voor onszelf en voor de wereld. Het onderzoeken van de werkzame archetypen helpt daarbij.
Kun je onzekerheid verdragen?
Ken je die Rotterdammers die zo lekker ironisch met “O ja joh?” reageren als je ze iets vertelt? Er zit iets van ongeloof in, van nieuwsgierigheid, maar het laat de zaak ook lekker open. Het kan waar zijn, maar misschien is het ook wel allemaal onzin.
Nu het coronadebat meer en meer polariseert, heb ik steeds vaker de neiging om O ja joh? te zeggen. Als antwoord op al die mensen die allerlei slordig bij elkaar verzamelde berichten posten over hoe het ‘echt’ zit en daarmee beweren de waarheid in pacht te hebben. En als reactie op iedereen die het woord staatsterreur in de mond durft te nemen als ze de Nederlandse regering bedoelen, terwijl in Wit Rusland de mensen gemarteld worden.
Wie heeft er gelijk?
Het is duidelijk dat we in tijden van verwarring en chaos graag zekerheden hebben. Maar ja, zekerheden bestaan niet. Daarom komt het juist in deze tijd aan op moed en wijsheid toe te geven dat je het ook niet precies weet, en dat dat ongemakkelijk voelt.
Ik refereer even aan het Archetype De Wijze. Deze heeft als kwaliteit dat hij altijd op zoek is naar de waarheid, naar nieuwe inzichten. Zijn schaduwkant is echter dat hij gaat beweren de waarheid in pacht te hebben. Dan wordt het een betweter die zijn gelijk wil halen.
Ooit las ik een grappige vergelijking over het verschil tussen wetenschap en religie. De wetenschapper ontwikkelt een hypothese en toetst die aan de werkelijkheid. Als de feiten niet blijken te kloppen, verwerpt hij de hypothese en bedenkt een andere. Bij een gelovige is het precies andersom. Die heeft een hypothese en als de feiten niet kloppen met de hypothese worden ze verworpen, maar aan de hypothese houdt men vast. Een discussie met iemand die ergens heilig in gelooft, heeft dus geen enkele zin.
Limbisch brein
Ergens in willen geloven en daaraan vasthouden vindt zijn oorsprong in het zoogdierenbrein. Deze ‘limbische’ hersenen hechten meer waarde aan indirect bewijs en wat men voor waar houdt, dan aan de waarheid zelf. Ik heb ooit eens gelezen dat mensen die gevoelig zijn voor religies, goeroes, sektes en complottheorieën een trauma hebben opgelopen in de hechtingsfase. Maar dit laatste weet ik niet zeker, want ik ben geen expert.
Dat limbisch brein is trouwens ook het domein van verhalen en overtuigingen. Verhalen zijn aantrekkelijk omdat het limbisch brein zo graag iets wil geloven en geen onderscheid maakt tussen een echte en een ingebeelde gebeurtenis. Vandaar het louterende en helende effect van verhalen, ook wel de catharsiswerking genoemd, de ‘loutering van de ziel’ puur door inbeelding. Die inbeelding is enorm krachtig en kan werelden tevoorschijn toveren, maar heeft dus ook een schaduwkant. Het is ook Maya, het domein van de illusie, de valse goden, de praatjesmakers en de misleidingen.
In mijn werk als storyteller wijs ik altijd op de gevaren van aantrekkelijk vertelde verhalen omdat deze – met dezelfde principes als waarmee je een integer verhaal maakt – ook makkelijk misleidend en polariserend kunnen zijn. Vooral in verwarrende tijden als deze zouden we daarom niet alles maar voor zoete koek moeten aannemen. Chaos en verwarring vormen een uitstekend voedingsbodem voor valse profeten en demagogen. Dat heeft de geschiedenis al vaak bewezen.
Ommekeer
En natuurlijk. Het ‘niet weten’ is als varen door dichte mist en zeer ongemakkelijk. De Reis van de Held, de oerversie van alle verhalen, waar ik bij de Storytelling Academy veel aandacht aan besteed, leert ons dat ‘het niet weten’ vaak het punt van ommekeer is omdat alles wat bekend is moet worden losgelaten. De crisis luidt de scheiding in tussen het oude en het nieuwe bewustzijn. Het is het moment dat Jona in de buik van de walvis zit, dat Hans dreigt te worden opgegeten door de heks, dat Daniel in de leeuwenkuil wordt geworpen, dat Odysseus door de cycloop gevangen wordt gehouden. Het is De Toren in de Tarot, het donkere bos waar – om met Dante te spreken – de rechte weg geheel verloren lijkt. Liminal space. Wat nu?
Volgens Otto Scharmer (Theory U) komt het tijdens de crisis, daar onder in de ‘U’ aan op ‘aanwezig’zijn, ‘presencing’. Stilzitten en meebewegen met wat er ‘wil’ gebeuren. Deep listening. De vraag is of dat lukt. Of we in staat zijn onzekerheid te verdragen en erin te verblijven en af te wachten welke waarheid in onszelf oprijst.
Wie weet is Corona nog maar het begin van een veel grotere transitie. Misschien moeten we nog veel meer offeren, meebewegen en loslaten om beelden van een nieuwe wereld te laten ontstaan. Ik weet het niet.
Daarom roep ik op tot #ojajoh?
P.s. Bij de Storytelling Academy leren we hoe verhalen in elkaar zitten, hoe ze werken, wat goed vertelde verhalen zijn, hoe je verhalen kunt inzetten, hoe je manipulatieve verhalen kunt onderscheiden van waarachtige verhalen. Bezoek onze site….
© Augsutus 2020 – Mieke Bouma
Hoe ons symbolisch bewustzijn wordt geactiveerd.
‘Het lijkt wel of we in een absurde film terecht zijn gekomen…’
Grote kans dat je deze uitspraak hebt langs horen komen in deze pandemische tijden.
Als er iets heel opmerkelijks of bizars gebeurt in het leven, hoor je mensen vaak zoiets zeggen.
‘Het lijkt wel een bizarre droom’ ‘Dit is een slecht verhaal’. Of: ‘Ik zit voor mijn gevoel in een beroerde B-film en wil dat hij afgelopen is’.
Als het leven vervormd en vreemd overkomt proberen we er – net als bij een film of na een gekke droom – betekenis aan toe te kennen. Dat gebeurt op individueel niveau als je geconfronteerd wordt met iets heftigs, schokkends, opmerkelijks of akeligs, maar dat gebeurt nu in coronatijd – collectief. We zitten met z’n allen in een absurde film en de vraag is hoe we deze moeten duiden.
Creatieve verbeelding
Nu hebben verhalen en dromen altijd een direct lijntje met het onbewuste. Zo dromen we bijvoorbeeld als we iets moeten verwerken of als er iets uit balans is. Dan stuurt het onbewuste ons beelden om de verbinding te herstellen met die delen waar we het contact mee zijn verloren.
Met de creatieve verbeelding die huist in het onbewuste maken we ook verhalen, schilderijen en films waarin we de werkelijkheid symbolisch verbeelden om uitdrukking te geven aan dat wat diep in ons leeft. En hoe persoonlijker dat gebeurt, hoe universeler. Dat is vaak zo miraculeus. We tappen dan in op een archetypische laag die ons allemaal beroert.
Het coronavirus heeft ons collectief in een vreemde film doen belanden. Het is de ‘alles is anders show’ en ons collectieve onbewuste wordt geactiveerd. Daar huizen angsten, fobieën, herinneringen, trauma’s maar ook de omnipotente creatieve verbeelding en ons symbolisch bewustzijn.
Multidimensionaal
Net als bij dromen en bij verhalen willen we graag die vreemde tekens en de symbolen duiden. Wat vertelt ons deze droom? Wat moeten we eruit afleiden? Waar gaat het over? Maar net als bij dromen en bij verhalen is deze coronafilm multidimensionaal. Er zijn meerdere betekenissen aan toe te kennen. En ze zijn allemaal tegelijkertijd waar. Het is maar welke betekenis je eraan toekent.
Als we allemaal naar dezelfde film kijken, halen we er immers allemaal een eigen betekenis uit, afhankelijk van de psychologische staat waar we ons in bevinden en de mindset die we hebben.
De werkelijkheid is een projectie van het verhaal waar we in geloven. Zo dromen we het leven tot bestaan. We projecteren dat wat er diep in ons huist op het scherm van het leven en creëren daarmee onze eigen werkelijkheid, of we willen of niet. En eenmaal geprojecteerd blijven we bewijzen zoeken voor die waarheid: ‘Zie je wel: zo werkt het! Ik heb gelijk!
Niets is waar, totdat het tegendeel bewezen is
En hoewel we er dus collectief mee te maken hebben – we zitten in hetzelfde schuitje – is de verdeeldheid, de fragmentatie en de polarisatie enorm. Voor de een is corona een zegen, voor de ander een nachtmerrie. De een ziet gevaren, de ander kansen. Voor de een zijn de mondkapjes niets anders muilkorven, voor de ander een teken van respect voor de ander. Sommigen beschouwen de lockdown als een opgelegde retraite, anderen als directe vrijheidsberoving. Het is maar hoe je het wilt zien.
Natuurlijk staat het iedereen vrij er allerlei betekenissen in te ontdekken, zolang maar beseft wordt dat het één van de vele van de waarheden is. Ik las een citaat van een wetenschapper die zei: ‘Een echte wetenschapper neemt niets voor waar aan, totdat het tegendeel bewezen is.’ Dat vond ik een mooi motto.
Paul Levy (awakeningthedream.com) haalt in dat verband Jung aan die de ‘ziekte van dissociatie’ in de wereld als een teken van herstel zag, als het hoogtepunt van een zwangerschap wanneer de geboorte zich aankondigt. Een tijd van fragmentatie en polarisatie kan dus een tijdperk van wedergeboorte inluiden.
Archetypische lagen
Nu iedereen persoonlijke betekenis toekent aan wat er gebeurt in de wereld en op eigen wijze de nieuwsfeiten duidt, raken we hier – vooral als het om angsten gaat – universele archetypische lagen. In deze tijd wordt het collectieve onbewuste ineens een levendige, surreële ervaring. Verhevigde ervaringen, angsten, confrontatie met dood en ziekte, teruggeworpen zijn op jezelf, eenzaamheid, verlangen naar verbondenheid, het speelt allemaal mee.
Juist in zulke tijden is er hotline met de ziel en is er ook een keuze: kiezen we voor cynisme of voor liefde? Sluiten we ons hart of openen we deze? Kiezen we voor mogelijkheid om onze creatieve verbeelding aan te spreken en beelden te creëren van een wereld waarin we wel willen leven of laten we het over aan externe krachten?
Mensen die de kampen van WOII overleefde zoals Victor Frankl en Edith Eva Eger hebben ons iets heel waardevols geleerd. Zij bleven in contact met hun diepste wezen en stemden zich daarop af.
Met andere woorden: als we niet volledig in contact staan met ons oneindige creatieve potentieel, dan is de kans groot dat externe factoren en de waan van de dag het gaan overnemen en het verhaal voor ons dicteren.
Laten we onze verbeelding aanspreken, waarmee we wereld tot bestaan kunnen dromen. Jung benadrukte dat ieder mens een instrument is voor die onmetelijke creatieve kracht, mits hij zich daarvoor openstelt. Diezelfde kracht heeft de mensheid al door talloze donkere nachten heen geloodst.
© Mieke Bouma
Bronnen:
Paul Levy: www.awakeningthedream.com
Jung: De mens en zijn symbolen
Jung: De Wereld der ziel